VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
INLEIDING
Om de machine correct te gebruiken en ongelukken te
voorkomen, niet beginnen te werken zonder deze handleiding
zorgvuldig te hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de
werking van de verschillende onderdelen plus aanwijzingen
voor noodzakelijke controles en het bijbehorende onderhoud.
OPMERKING De beschrijvingen en illustraties in deze
handleiding zijn niet strikt bindend. Het bedrijf behoudt
zich het recht voor eventuele wijzigingen aan te brengen.
Dergelijke wijzigingen verplichten het bedrijf niet deze
handleiding steeds opnieuw bij te werken.
Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies bevat deze
handleiding enkele paragrafen die uw speciale aandacht
vragen. Dergelijke paragrafen zijn aangegeven met de
hieronder beschreven symbolen:
LET OP: wanneer er risico bestaat op ongelukken, persoonlijk
(dodelijk) letsel of ernstige schade.
VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op schade aan de
machine of onderdelen ervan.
GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE
ONDER NORMALE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN KAN DEZE
MACHINE DE BEDIENER BLOOTSTELLEN AAN EEN DAGELIJKS
PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU DAT GELIJK IS AAN OF HOGER
85 dB (A)
INHOUD
1. V E I L I G H E I D S V O O R S C H R I F T E N ( b e v a t d e
voorschriften voor een veilig gebruik van de
machine)
2. V E R K L A R I N G V A N D E S Y M B O L E N E N
V E I L I G H E I D S WA A R S C H U W I N G E N ( g e e f t
informatie over de identificatie van de machine en
de betekenis van de symbolen)
3. HOOFDONDERDELEN (illustreert de plaats van de
hoofdonderdelen van de machine)
4. ASSEMBLAGE (beschrijft hoe de verpakking moet
worden verwijderd en de losse onderdelen moeten
worden gemonteerd)
5. BEDIENINGSELEMENTEN (illustreert de plaats en
de functie van alle bedieningen)
6. G E B R U I K S V O O R S C H R I F T E N ( b e v a t a l l e
aanwijzingen voor een correct veilig gebruik)
- 6.1 U i t t e v o e r e n w e r k z a a m h e d e n v o o r d e
ingebruikname
- 6.2 Gebruik van de machine
- 6.3 Het gras maaien
- 6.4 Transport
7. ONDERHOUD (bevat alle informatie om de
machine in een goede staat te houden)
- 7.1 Veiligheidsadviezen
- 7.2 Toegang tot de mechanische onderdelen
- 7.3 Gewoon onderhoud
- 7.4 Werkzaamheden aan de machine
8. MILIEUBESCHERMING (Geeft enkele adviezen voor
een milieuvriendelijk gebruik van de machine)
9. ACCESSOIRES (Beschrijving van de beschikbare
accessoires voor speciale werkzaamheden)
- 9.1 Op aanvraag leverbare accessoires
10. TECHNISCHE GEGEVENS (Geeft een overzicht van
de belangrijkste kenmerken van de machine)
11. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
12. G A R A N T I E B E W I J S ( S a m e nv a t t i n g v a n d e
garantievoorwaarden)
13. HULP BIJ HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN (Biedt
hulp om eventuele problemen bij het gebruik snel
op te lossen)
LET OP
IS DAN
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP
- Als de machine goed gebruikt wordt, is het een snel,
handig en effectief werkinstrument; als het niet goed of
zonder de nodige voorzorgsmaatregelen gebruikt wordt,
zou het een gevaarlijk werktuig kunnen worden. Neem
daarom altijd de hieronder en verderop in de
handleiding vermelde veiligheidsvoorschriften in acht,
om plezierig en veilig te kunnen werken.
- De blootstelling aan trillingen veroorzaakt door het
langdurig gebruik van instrumenten die door een interne
verbrandingsmotor worden aangedreven, kan letsels
veroorzaken aan de bloedvaten of de zenuwen van de
vingers, handen en polsen bij personen die lijden aan
bloedsomloopstoornissen of abnormale zwellingen.
Langdurig gebruik bij koud weer is in verband gebracht
met schade aan de bloedvaten bij overigens gezonde
mensen. Als er symptomen optreden als verstijving, pijn,
verlies van kracht, verandering in huidskleur of -weefsel
of verlies van gevoel in de vingers, handen of polsen,
stop dan het gebruik van dit apparaat en ga naar een
arts.
- Het ontstekingssysteem van uw apparaat produceert een
elektromagnetisch veld met een zeer lage intensiteit. Dit
veld kan interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig letsel of overlijden
zo klein mogelijk te houden moeten personen met een
pacemaker hun eigen arts en de fabrikant van de
pacemaker raadplegen voordat ze deze machine
gebruiken.
LET OP: Nationale voorschriften kunnen het gebruik van
de machine beperken.
1) Le e s d e z e h a n d l e i d i n g a a n d a c h t i g t o t u a l l e
85
veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen en
bedieningsinstructies begrepen hebt en kunt opvolgen
voordat u probeert de machine te gebruiken.
2) Houd de handleiding steeds binnen handbereik. Als u de
86
handleiding kwijt bent, vraag dan een kopie aan.
3) Laat uw machine uitsluitend gebruiken door volwassenen
86
die de veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen en
bedieningsinstructies in deze handleiding begrijpen en op
kunnen volgen. Minderjarigen mogen deze machine nooit
86
gebruiken.
4) Hanteer of bedien de machine niet als u vermoeid, ziek of
88
van streek bent, of wanneer u alcohol, drugs, of medicijnen
hebt gebruikt. U dient in goede lichamelijke conditie te zijn
89
en mentaal alert. Het gebruik van de machine is
inspannend. Als u aan een aandoening lijdt die verergerd
90
kan worden door inspannend werk, vraag dan advies aan
een arts, voordat u met de machine gaat werken. Wees
91
extra voorzichtig vlak voor rustperiodes en als het werk
92
bijna klaar is.
94
5) Houd kinderen, omstanders en dieren op een afstand van
minimaal 15 meter van het werkgebied. Laat andere
95
mensen of dieren niet in de buurt komen als u de machine
95
start of ermee werkt.
6) Draag bij het werken met de machine altijd goedgekeurde
95
beschermende veiligheidskleding. Draag geen kleding,
95
sjaals, dassen of sieraden die in het struikgewas kunnen
96
vastraken. Lang haar mag niet los gedragen worden en
moet worden beschermd (bijvoorbeeld met een
96
hoofddoek, een muts, een helm, enz.). Gebruik de
machine nooit blootsvoets; draag veiligheidsschoenen
97
met antislipzolen. Draag beschermingsmiddelen tegen
lawaai, bijvoorbeeld gehoorbeschermers of oordoppen.
97
7) Laat anderen deze machine alleen gebruiken als ze deze
bedieningshandleiding hebben gelezen of als ze passende
98
instructies hebben gekregen over het correcte en veilige
99
gebruik van deze machine. Geef altijd de handleiding met
de gebruiksaanwijzingen, die moet worden gelezen
99
alvorens het werk te beginnen.
8) Controleer de machine voor gebruik om er zeker van te zijn
dat elk onderdeel, voor de veiligheid of anderszins, goed
100
werkt.
NL
85