WAARSCHUWING
Water in persluchtleiding
Beschadiging van het apparaat en eventueel verlies van de ontstekingsbeschermklasse. In de fabriek is de
spoelluchtomschakelaar op "IN" gezet. In stand "IN" kan bij de eerste inbedrijfname water uit de persluchtleiding door het
pneumatisch systeem in het apparaat komen.
Zorg er vóór inbedrijfname voor, dat zich geen water in de persluchtleiding bevindt.
•
Als u er niet voor kunt zorgen dat zich geen water in de persluchtleiding bevindt:
Zet dan de spoelluchtomschakelaar op "OUT". Zo voorkomt u dat water uit de persluchtleiding in het apparaat
•
binnendringt.
Zet de spoelluchtomschakelaar pas weer op "IN", wanneer al het water uit de persluchtleiding werd afgevoerd.
•
VOORZICHTIG
Een lagere beschermingsklasse
Schade aan het apparaat wanneer de behuizing open is of niet juist is gesloten. De beschermingsklasse die wordt vermeld
op het apparatuurplaatje of in Hoofdstuk "Technische gegevens (Pagina 285)", is niet langer gegarandeerd.
Garandeer dat het apparaat stevig is afgesloten.
•
WAARSCHUWING
In bedrijf nemen en gebruiken met niet-verholpen fout
Wanneer een foutmelding verschijnt, is de correcte werking in het proces niet langer gegarandeerd.
Ga de ernst van de fout na.
•
Corrigeer de fout.
•
Als de fout nog bestaat:
•
–
Neem het uit bedrijf.
–
Verhinder dat het opnieuw in bedrijf wordt genomen.
5.1.1
Veiligheidsinstructies voor het gebruik met aardgas
Informatie en veiligheidsinstructies over gebruik met aardgas als aandrijfmedium, zie uitvoerige bedieningshandleiding.
5.2
Overzicht ingebruikname
Opmerking
De bedrijfsdruk moet gedurende het initialiseren tenminste één bar hoger zijn dan voor het sluiten resp. openen van de
•
klep nodig is. De bedrijfsdruk mag echter niet hoger zijn dan de maximaal toegestane bedrijfsdruk van de aandrijving.
Algemene informatie over de ingebruikname
1. Na de montage van de positieregelaar aan een pneumatische aandrijving moet u de positieregelaar van pneumatische
en elektrische hulpenergie voorzien.
2. Voor het initialiseren bevindt de positieregelaar zich in de bedrijfsmodus "P-handmatig bedrijf". Hierbij knippert in de
onderste regel van het display "NOINI".
3. Positieterugmelding: met behulp van de slipkoppeling kunt u indien nodig het bereik van de positiedetectie afstellen.
4. Door de initialiseringsprocedure en het instellen van parameters past u de positieregelaar op de betreffende aandrijving
aan. Met de parameter "PRST" maakt u eventueel de aanpassing van de positieregelaar aan de aandrijving ongedaan.
Na deze procedure bevindt de positieregelaar zich weer in de bedrijfsmodus "P-handmatig bedrijf".
Initialiseringstypen
U initialiseert de positieregelaar door:
● Automatische initialisering:
Bij de automatische initialisering bepaalt de positieregelaar achtereenvolgens bijv.:
274
SIPART PS2 (6DR5...)
A5E03436620-05, 09/2014