Descargar Imprimir esta página

Deca Domus 171E Manual De Instrucciones página 18

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 10
F) Benodigde voeding:
1˜ eenfase wisselspanning; frequentie.
G) Beschermklasse tegen vaste en vloeibare deeltjes.
H) Symbool dat duidt op de mogelijkheid om het lasapparaat te gebruiken in
omgevingen met een risico voor elektrische ontladingen.
I) Prestaties van het lascircuit.
U0V
Minimum en maximum nullastspanning (open lascircuit).
I2, U2 Stroom en overeenkomstige genormaliseerde spanning dat het lasapparaat
uitgeeft.
X
Lasactiviteit. Duidt aan hoelang het lasapparaat kan werken en hoelang het
moet stoppen met werken om af te koelen. De tijdsduur wordt uitgedrukt in
% op basis van een cyclus van 10 min. (bv. 60% betekent 6 min. werken en
4 min. inactiviteit).
A / V
Instelrange van de stroomsterkte en bijbehorende spanningsboog.
J) Gegevens van de voedingslijn.
U1
Voedingsspanning (toegelaten tolerantie: +/- 10%).
I1 eff
Opgenomen efficiënte stroomsterkte.
I1 max Maximum opgenomen stroomsterkte
K) Serienummer
L) Gewicht.
M) Veiligheidssymbolen: Lees de waarschuwingen omtrent de veiligheid
-
Technische gegevens elektrodehouder** Fig.8
** (Dit onderdeel is niet aanwezig op sommige modellen).
Overige technische gegevens Fig. 2b
Normaal gebruik bij 40 °C gedurende 1 uur.
S) Maximale stroom en respectievelijke boogspanning.
T) Bruikbare elektrode.
U) Genormaliseerde stroom die wordt geproduceerd door het lastoestel.
V) Nominale lasstroom 1 uur. Geeft aan hoe lang het lastoestel kan werken en om de
hoeveel tijd de werkzaamheden moeten worden onderbroken om het toestel af te
laten koelen. De tijd wordt uitgedrukt in % op basis van een uur.
Z) Aantal lasbare elektroden in een uur.
Inwerkingstelling
„ De elektrische aansluitingen moeten uitgevoerd worden door ervaren en gekwalificeerd
personeel.
„ Vergewis u ervan dat het lasapparaat uitgeschakeld en losgekoppeld is van de
voedingsbron tijdens alle fasen van de inwerkingstelling.
„ Controleer dat het stopcontact waaraan het lasapparaat wordt aangesloten beveiligd is
door de nodige veiligheidsinrichtingen (zekeringen of stroomonderbreker) en dat deze
aangesloten is op een aarding.
„ Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een leiding met een "neutrale" die
met de aarde is verbonden.
Assemblage en elektrische aansluiting
¾ Assemblage en lossen delen in de verpakking.Fig.6.
¾ Controleer dat de elektrische lijn de spanning en frequentie uitgeeft overeenstemmend
met die van het lasapparaat en dat er een zekering met vertraging voorzien werd geschikt
voor de geleverde nominale maximumstroomsterkte (I2max) Fig.3,1.
L
Om het te laten voldoen aan de vereisten van de norm EN61000-3-11 (Flicker) raden
wij aan het lasapparaat aan te sluiten op punten in het net met een lagere impedantie
dan Zmax = Fig.3,4.
¾ Voedingsstekker. Indien het lasapparaat geen stekker heeft, moet een genormaliseerde
stekker aan de voedingskabel aangesloten worden (2P+T voor 1Ph en 3P+T voor 3Ph)
met een geschikte capaciteit Fig.3,2.
¾ Voor de lastoestellen uitgerust met omschakelaar voor de selectie van twee
voedingsspanningen, moet u controleren dat de stopinrichting insteekt en het gebruik
van één enkele spanning Fig.4 toelaat.
L
Bij levering zijn lasapparaten zo op de fabriek ingesteld om te werken bij de hoogste
voedingsspanning.
Voorbereiding van het lascircuit
¾ Sluit de aarddraad** aan op het lasapparaat en op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij
de plaats op het werkstuk dat gelast moet worden.
¾ Sluit de draad met de elektrodehouder** aan op het lasapparaat en monteer de elektrode
op de elekrodehouder. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de betreffende
elektroden voor de aansluiting en de lasstroom.
L
Voor lasapparaten die wisselstroom uitgeven is het van geen belang aan welk
aansluitpunt de elektrode verboden wordt.
L
Voor lasapparaten die een gelijkstroom leveren moeten meestal de elektroden
aangesloten worden op de positieve klem; slechts enkele elektroden (bv. met
rutielbekleding) moeten aan de negatieve klem aangesloten worden.
L
De aanbevolen secties (mm2) voor de laskabel, in functie van de geleverde maximale
nominale stroomsterkte (I2max) staan vermeld in Fig.3,3
** (Dit onderdeel is niet aanwezig op sommige modellen).
Lasproces: beschrijving van de commando's en
signaleringen
Nadat u alle fasen van de inwerkingstelling heeft uitgevoerd moet u het lasapparaat
aanschakelen en de afstellingen uitvoeren.
Instelling lasstroom
Selecteert de lasstroom in functie van de elektrode ter hoogte van de lasnaad en de
laspositie.
950491-06 03/05/16
De bijnaderende te gebruiken stroomsterkten voor de verschillende elektrodediameters
staan in Fig.5 vermeld.
L
Forceer het handwieltje niet want dit zou het lastoestel kunnen beschadigen. Controleer
de instelling via de aanduider voor de stroomregeling.
L
Om de lasboog met de beklede elektrode te ontsteken, moet u hem op het te lassen
werkstuk wrijven en net nadat de boog ontstoken werd moet hij constant op een afstand
gelijk aan de elektrodediameter gehouden worden onder een hoek van circa 20 - 30
graden in de vorderingszin.
Controlelampje voor thermische interventie
Wanneer het controlelampje brandt, betekent dit dat de thermische beveiliging werkt.
Bij overschrijding van de belasting "X" vermeld op het typeplaatje, zaleen thermische
beveiliging het proces onderbreken alvorens het lasapparaat kan beschadigd worden.
Wacht totdat de werking werd hersteld, en daarna nog best enkele minuten.
Indien de thermische beveiliging constant tussenkomt, betekent dit dat er te hoge
prestaties gevraagd worden aan het lasapparaat. De lasbelasting mag niet continu
overschreden worden daar dit het apparaat kan beschadigen.
„ Gebruik enkel een elektrische verlengdraad wanneer dit werkelijk nodig is en mits deze
een doorsnede heeft gelijk of groter dan die van de voedingskabel, en voorzien is van
een aardgeleider.
„ Sluit de luchtinlaten van het lasapparaat nooit af. Berg het niet op in dozen of kasten
waar geen voldoende ventilatie voorzien is.
„ Gebruik het lasapparaat niet in omgevingen met: gas, dampen, geleidende poeders
(bv. ijzervijzels), zoute lucht, bijtende rook en andere agentia die de metallische delen
en elektrische isoleringen kunnen beschadigen.
L
De elektrische delen van het lasapparaat werden behandeld met beschermende
harsen. Bij het eerste gebruik is het mogelijk dat er rook ontstaat; dit is te wijten aan
het hars, dat volledig is opgedroogd. De rookvorming zal slechts enkele minuten duren.
Schakel het lasapparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Buitengewoon onderhoud uit te voeren door ervaren of gekwalificeerd personeel op
elektromechanisch vlak, op regelmatige tijdstippen, in functie van het gebruik. (Toepassing
van de regel EN 60974-4)
• Inspecteer de binnenkant van het lasapparaat en verwijder het stof dat afgezet werd op
de elektrische delen (gebruik perslucht) en op de elektronische kaarten (gebruik een heel
zachte borstel of geschikte producten). • Controleer of de elektrische aansluitingen goed
vastgedraaid zijn en dat de isolering van de bekabeling niet beschadigd is. • Smeer de
bewegende delen van de transformator met vet op hoge temperatuur.
.
17
Tips voor het gebruik
Onderhoud

Publicidad

loading