Alvorens het apparaat in gebruik te nemen dient u er zich
van te vergewissen dat de netspanning overeenkomt met
de bedrijfsspanning vermeld op het kenplaatje van het
apparaat. Verzeker u ervan dat de AAN/UIT-schakelaar
niet in de stand I (AAN) staat. Lange toevoerleidingen
alsmede verlengkabels, kabeltrommels enz. leiden tot
spanningsverlies en kunnen het starten van de motor
beletten. Bij temperaturen onder +5°C start de motor
eventueel moeilijk ten gevolge van stroefheid.
6.3 AAN/UIT-schakelaar (Fig. 7-8)
De compressor wordt aangezet door de knop (ref. 8) in
positie I te trekken (AAN).
De compressor wordt uitgezet door de knop (ref. 8) in
N
positie O te drukken (UIT).
L
6.4 Drukafstelling
● Met de drukregelaar (ref. 7) kan de druk op de manometer
(ref. 6) worden afgesteld.
● De afgestelde druk kan op de snelkoppeling (ref. 5) worden
ontnomen.
6.5 Afstelling van de drukschakelaar
De drukschakelaar werd door de fabriek afgesteld.
● Zodra de bovenste afstelwaarde wordt bereikt (ingesteld door
de constructeur tijdens de keuringsfase), stopt de compressor.
Bij gebruik van lucht start de compressor automatisch
op wanneer de onderste afstelwaarde wordt bereikt.
● The compressor zal blijven werken volgens zijn automatische
cyclus totdat de aan/uitschakelaar weer omgezet wordt.
7. VERVOER
– Trek de telescopische handgreep naar buiten tot hij
vastklikt (Afb. 4).
Opgelet!
De telescopische handgreep dient enkel om het
apparaat vooruit te trekken (Afb. 5).
Hef het apparaat NIET op bij deze handgreep.
– Om de handgreep in te schuiven, duwt u er aanvankelijk
op om hem te ontgrendelen en dan schuift u de
handgreepstangen in tot aan de aanslag (Afb. 4).
Waarschuwing!
Het apparaat moet door twee personen worden
opgetild.
FUNCTIE
Reiniging van de zuigfilter en/of
vervanging van het filtrerende element
Het lossen van de condens vanuit de
tank
Probeer de compressor niet in uw eentje op te tillen.
Om de compressor op te tillen, moet u met twee zijn
dus laat iemand helpen. De compressor moet worden
opgetild door hem vast te nemen bij de handvaten 14
en 15 (Afb. 6).
8. SCHOONMAKEN EN ONDERHOUDEN
Let op!
Trek
onderhoudswerkzaamheid de netstekker uit het
stopcontact.
Let op!
Wacht tot de compressor helemaal is afgekoeld!
Gevaar om brandwonden op te lopen!
Let op!
Vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden
dient de ketel drukloos te worden gemaakt.
8.1 Reiniging
● Hou de veiligheidsinrichtingen zo veel mogelijk vrij van stof
en vuil. Wrijf het apparaat met een schone doek af of blaas
het met perslucht bij lage druk schoon.
● Het is aan te bevelen het apparaat direct na elk gebruik
schoon te maken.
● Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het apparaat kunnen aantasten.
Zorg ervoor dat geen water binnen in het apparaat
terechtkomt.
● Slang en spuitgereedschap moeten vóór de schoonmaakbeurt
van de compressor worden gescheiden. De compressor mag
niet met water, oplosmiddelen of iets dergelijks schoon
worden gemaakt.
8.2 Condenswater (Fig. 3)
Het condenswater dient elke dag afgetapt te worden,
open daarvoor de aftapklep (ref. 3) (op de bodem van het
drukvat).
1. Controleer of de compressor uitstaat (Off).
2. Pak de compressor bij het handvat en zet hem dan
schuin, zodat de afvoerkraan zich in de laagste positie
bevindt.
3. Open de afvoerkraan.
4. Houd de compressor in de schuine stand totdat al het
condenswater uit het reservoir is gelopen.
ONDERHOUDSINTERVALLEN
NA DE EERSTE 100
UREN
●
Dagelijks en na het werk.
40
vóór
alle
schoonmaak-
ELKE 100 UREN
●
en