Indien nodig, kan altijd op de nood-
stopknop
worden gedrukt. Op de
5
digitale laadweergave wordt in het
rood "STOP" weergegeven. U gaat
weer terug naar de oorspronkelijke
toestand, doordat u de noodstop-
knop
iets tegen de wijzers van de
5
klok in draait.
Laadproces starten:
Wikkel de aansluitkabel van de
elektrische auto
De digitale laadweergave
zien dat er nog geen voertuig is
aangesloten:
De led-strook
signaleert dat er niet wordt
geladen.
Verwijder de beschermkap
van de stekker
zijde.
Steek de
in het voertuig.
8
De digitale laadweergave
laat zien dat er een voertuig is
aangesloten:
De led-strook
Start het laadproces aan het
voertuig, indien er meteen,
zonder voertuigtimer dient te
worden geladen.
volledig af.
7
3
brandt wit en
4
9
aan voertuig-
8
3
brandt verder wit.
4
Selectie van de laadstroom:
Telkens als er op de knop
wordt gedrukt, wordt een andere
stroom om te laden weergegeven
(laadstroom
De volgende laadstromen kunnen
worden geselecteerd, wanneer er
slechts één fase is aangesloten:
9 A
13 A
16 A
De volgende laadstromen kunnen
laat
worden geselecteerd, wanneer
er drie fasen zijn aangesloten
(draaistroom):
6 A
10 A
13 A
16 A
Als de knop
5 seconden niet wordt ingedrukt,
is de selectie bevestigd. De als
laatste geselecteerde laadstroom
blijft altijd opgeslagen.
Het laadproces wordt nu opge-
start, voor zover de laadtimer
van het voertuig is gedeacti-
veerd. De digitale laadweergave
laat zien dat het voertuig
3
wordt opgeladen:
De led-strook
pend in het circuit en signaleert
dat er stroom in het voertuig
vloeit.
op het display
10
(ca. 2 kW bij 230 V)
(ca. 3 kW bij 230 V)
(ca. 4 kW bij 230 V)
(ca. 4 kW bij 400 V)
(ca. 7 kW bij 400 V)
(ca. 9 kW bij 400 V)
(ca. 11 kW bij 400 V)
gedurende
2
knippert doorlo-
4
NL/BE
2
).
3
91