10. Controle van de goede werking door het meten van drukverlies
Door het meten van drukverlies kan de goede werking van de rotorgasmeter gemakkelijk
worden vastgesteld. Mocht het drukverlies met meer dan 50 % ten opzichte van de waarde
bij de ingebruikstelling zijn toegenomen, kan er bijv. sprake zijn van vervuiling in de
meetruimte, wat tot een verkeerde melding leidt. Bij vergelijking van drukverlies moet er op
belasting en bedrijfsdruk worden gelet.
Het is raadzaam, bij de inbedrijfstelling het drukverlies op meerdere doorstromingspunten te
bepalen en samen met de actuele bedrijfsdruk te noteren. Wijken bij latere controles de
actuele doorstroming en de bedrijfsdruk van de oorspronkelijke waarden af, kan de
drukverlies-richtlijn uit de oorspronkelijke waarden worden berekend. Het drukverlies is
proportioneel ten opzichte van de absolute druk (p
de doorstroming (Q).
11. Impulsgevers
Type RVG:
Voor het afgeven van volume-impulsen aan externe
apparatuur (bijv. een volume herleidingsinstrument)
kunnen LF-impulsgevers (type IN-S) of Wiegand-
impulsgevers (type IN-W) aan de zijkant op de kap van
het telwerk worden gestoken.
Monteer deze impulsgever (zo nodig) als volgt:
–
Duw de beide geleiders van de impulsgever in de
geleidingssleuf op de kap van het telwerk totdat
deze hoorbaar vastklikken (klik).
–
Sluit de draden van de stekker aan volgens het
aansluitschema op de meter/impulsgever.
–
Gebruik afgeschermde kabels naar het externe
apparaat (conform DIN 60079-14).
© Elster GmbH · Alle rechten voorbehouden · Technische wijzigingen voorbehouden
) en ten opzichte van het kwadraat van
abs
2
p ~ p
· Q
abs
IN-S11
IN-W11
Elster-Instromet
125