- Controleer voordat u de elektrische kettingzaag
inschakelt of u stevig staat.
- Wanneer u de elektrische kettingzaag inschakelt,
moet u deze met twee handen vasthouden.
Houd de achterhandgreep vast met uw rechterhand
en de beugelhandgreep met uw linkerhand.
Houd de handgrepen stevig vast met uw duim in
tegenovergestelde richting van uw vingers. De
zaagblad en de zaagketting moeten van uw lichaam
af wijzen. (zie afb. 8)
- Schakel de kettingzaag alleen in op de manier
beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Overbelast
de kettingzaag niet. De kettingzaag werkt beter
en veiliger wanneer u deze gebruikt binnen het
prestatiebereik waarvoor hij is ontworpen.
- Schakel de elektrische kettingzaag onmiddellijk
uit wanneer u een verandering in het gedrag ervan
opmerkt.
LET OP: Nadat u de aan/uit-schakelaar hebt
losgelaten, blijft de zaagketting nog een korte tijd
doordraaien (uitlopen).
- Bescherm het netsnoer tegen hitte, olie en scherpe
randen.
- Geleid het netsnoer zodanig dat dit tijdens het
zagen niet verstrikt kan raken in takken of andere
voorwerpen.
- Als het netsnoer beschadigd raakt of er sneden
in komen, trekt u onmiddellijk de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact. (zie afb. 9)
- Als de kettingzaag of het zaagblad in aanraking komt
met stenen, spijkers of andere harde voorwerpen,
trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
en controleert u onmiddellijk de kettingzaag en het
zaagblad.
- Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact voordat u de kettingspanning
controleert, de zaagketting spant, de zaagketting
vervangt of problemen verhelpt. (zie afb. 10)
• defect van het gereedschap
• onderhouden
• olie bijvullen
• zaagketting slijpen
• stoppen
• vervoeren
• uitschakelen
- Wanneer u met het werk stopt of de elektrische
kettingzaag achterlaat, schakelt u de kettingzaag uit en
trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Leg de elektrische kettingzaag op een veilige plaats
zodat deze geen gevaar voor anderen oplevert.
- Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
voordat u olie bijvult in de olietank. Roken en open vuur
zijn verboden.
- Voorkom dat huid of ogen in aanraking komen
met minerale-olieproducten. Draag altijd
veiligheidshandschoenen wanneer u olie bijvult in de
olietank.
- Let erop dat zaagkettingolie niet in de grond komt
(milieuverontreiniging). Werk op een geschikte
ondergrond.
- Als olie is gemorst, maakt u de elektrische kettingzaag
onmiddellijk schoon.
Gedrag tijdens het werk/werkwijze
- Werk niet alleen. Er moet iemand in de buurt zijn in
geval van nood (binnen gehoorafstand).
- Houd tijdens het zagen de elektrische kettingzaag
74
altijd met twee handen vast. Op deze manier kunt u
de kettingzaag veilig geleiden.
- Gebruik de elektrische kettingzaag alleen wanneer
u goed licht en zicht hebt. Wees bedacht op gladde
of natte plaatsen en op ijs en sneeuw (kans op
uitglijden). De kans op uitglijden is bijzonder hoog
tijdens het werken op recent ontbast hout (schors).
- Werk nooit op een instabiele ondergrond. Zorg ervoor
dat zich in het werkgebied geen obstakels bevinden
(kans op struikelen). Zorg er altijd voor dat u stevig
staat.
- Zaag nooit boven schouderhoogte.
- Zaag nooit terwijl u op een ladder staat. (zie afb. 11)
- Klim nooit in een boom om daar te zagen met de
elektrische kettingzaag.
- Buig nooit ver voorover om te zagen.
- Geleid de elektrische kettingzaag zodanig dat geen
enkel deel van uw lichaam in de bewegingslijn in de
lengterichting van de kettingzaag valt. (zie afb. 12)
- Gebruik de elektrische kettingzaag uitsluitend voor
het zagen van hout.
- Zorg ervoor dat de zaagketting de grond niet raakt
terwijl deze draait. Als u hout zaag dat rechtstreeks op
de grond ligt, draait u het om voordat u de zaagsnede
afmaakt zodat u niet in de grond zaagt.
- Verwijder vreemde voorwerpen, zoals zand, stenen,
spijkers, draad, enz., uit het gebied waarin wordt
gezaagd. Dergelijke voorwerpen kunnen het zaagblad
beschadigen en gevaarlijke terugslag veroorzaken.
- Gebruik bij het zagen van reeds gezaagd hout
of dunne takken een veilige ondersteuning
(zaagschraag, 12). Gebruik bij het zagen van
reeds gezaagd hout of dunne takken een stabiele
ondersteuning (zaagbok, 12). Zaag nooit opgestapeld
hout. Laat niet een andere persoon het hout
vasthouden, en zet niet uw voet ertegen!
- Zorg ervoor dat rond hout vastligt.
- Bij het werken op een helling, moet u altijd
heuvelopwaarts werken.
- Bij het afkorten moet de getande beugel (Z, zie
afb. 13) tegen het hout dat u wilt zagen worden
gedrukt.
- Alvorens hout af te korten, moet de getande beugel
stevig tegen het hout worden gezet. Alleen dan
kan het hout worden gezaagd met draaiende
zaagketting. Hierbij wordt de elektrische kettingzaag
aan de achterhandgreep opgetild en gericht met
de beugelhandgreep. De getande beugel dient als
middelpunt van de cirkelbeweging. Ga verder door
de beugelhandgreep licht omlaag te drukken en
tegelijkertijd de elektrische kettingzaag naar achteren
te trekken. Zet de getande beugel iets lager tegen het
hout aan en til de achterhandgreep opnieuw op.
- De zaagketting moet draaien wanneer u de
elektrische kettingzaag uit het hout haalt.
- Als u meerdere zaagsneden gaat maken, moet
de elektrische kettingzaag tussen de zaagsneden
worden uitgeschakeld.
- Als het hout moet worden doorboord voor het
zagen, of als een zaagsnede in de lengterichting
moet worden gemaakt, adviseren wij u met klem
deze werkzaamheden te laten uitvoeren door
een speciaal opgeleide vakman (grote kans op
terugslag).
- Voor het maken van zaagsneden in de
lengterichting (zie afb. 14) plaatst u het zaagblad
onder een zo klein mogelijke hoek. Wees zeer
voorzichtig wanneer u dergelijke werkzaamheden