A. EERSTE INGEBRUIKNAME
Plaats de met het apparaat meegeleverde batterijen als volgt:
- Draai met behulp van een schroevendraaier de schroef van het luikje (A1) aan de
achterzijde van het kastje los en open het luikje,
- Plaats de 4 batterijen in hun zitting (A2) en denk daarbij aan de juiste polariteit,
- Sluit het luikje en schroef het weer vast op het kastje.
B. PRESENTATIE
(B1) Klauwen met merktekens voor centrering
(B2) Veiligheidsring
(B3) Schakelaar
(B4) Functietoetsen
(B5) Display
(B6) Klemmen
(B7) Trekker
C. DE DISPLAY
(C1) Weergave van de geselecteerde modi (toetsen)
(C2) Weergave van de waarde en de meeteenheden
(C3) Weergave van de modi MAX/MIN/PEAK
(C4) Aard van de meting (wissel- of gelijkspanning)
(C5) Weergave van de geselecteerde standen (schakelaar)
(C6) Aanduiding lege batterij
(C7) Meting van het totale vermogen bij driefasen
D. DE TOETSEN VAN HET TOETSENBORD
(D1) Opslag van de waarden in het geheugen, blokkering van de weergave
Compensatie van de nul ADC / AAC+DC
Compensatie van de weerstand van de snoeren bij continuïteitsfunctie en ohmmeter
(D2) Selectie van het type metingen AC, DC, AC+DC
Selectie van eenfase en driefasen meting
(D3) In- of uitschakeling van de achtergrondverlichting van de display
(D4) In- of uitschakeling van de MAX/MIN/PEAK
In- of uitschakeling van de INRUSH-modus in A
(D5) Frequentiemetingen (Hz) van de vervormingsfactor (THD)
Weergave van vermogen W, VA, var en PF
(D6) Inschakeling van de modus ΔREL – Weergave relatieve en differentiële waarden
(1) alleen maar F402
(2) alleen maar F404 - F604
(3) alleen maar F406 - F606
KORTE HANDLEIDING
32
(3)
(3)
(2) (3)
(3)
modus
(3)
(3)
(3)
(2) (3)