4.2. LED-STATUSINDICATIE
A. LED-statusindicatie groen
• De groene LED knippert snel: er is geen accu aangesloten/herkend.
• De groene LED knippert langzaam: de accu wordt opgeladen.
Ladediagramm 1 A Ladegerät:
• De groene LED brandt: de accu is volledig opgeladen.
B. LED-statusindicatie rood
• De rode LED knippert: er is een storing opgetreden (bijv. kortsluiting of onjuist
VOLLAUTOMATISCHE INTELLIGENTE 5 STUFEN LADUNG
aangesloten polen).
5. VOLLEDIG AUTOMATISCH INTELLIGENT 5-TRAPS OPLADEN
V
A
Stap 1/Accucontrole: nadat de oplaadmodus is gekozen controleert de oplader de
status van de accu.
Stap 2/Desulfatering: door het pulseren van stroom en spanning komt het sulfaat
los van de loodplaten van de accu, zodat de maximale accucapaciteit weer kan
Schritt 1 / Batterieprüfung: Nach Auswahl des Lademodus überprüft das
worden hersteld.
Batterie.
Stap 3/Hoofdlading: opladen met constante stroomsterkte en maximale laadstroom-
Schritt 2 / Desulfatierung: Durch das Pulsieren von Strom und Spannung
sterkte.
Bleiplatten der Batterie gelöst, um so die maximale Batteriekapazität wie
Stap 4/Spanningscontrole: de laadtoestand van de accu controleren.
Schritt 3 / Hauptladung: Konstantstromladung mit dem maximalen Lades
Stap 5/Druppelladen: waar nodig wordt een druppellading uitgevoerd, waarmee
Schritt 4 / Spannungscheck: Ladestandprüfung der Batterie.
wordt voorkomen dat de accu leeg loopt.
Schritt 5 / Erhaltungsladung: Bei Bedarf findet eine Impulserhaltungsladu
6. AANSLUITING OP DE ACCU
Entladung der Batterie vorbeugt.
Ga a.u.b. als volgt te werk:
1. Controleer allereerst of uw accu een 6 V- of een 12 V-accu is. Laad geen accu's op
met andere bedrijfsspanningen!
2. Ontkoppel, indien nodig, de accu van het voertuigcircuit (de handleiding van
de voertuigfabrikant in acht nemen). Daarvoor eerst de klemmen op de minpool
(zwart) en dan op de pluspool (rood) losmaken en van de accu nemen.
3. Verbind eerst de rode kabel met de pluspool en daarna de zwarte kabel met het
massapunt van de auto (wanneer de accu in het voertuig zit) c.q. met de minpool
van de accu (wanneer de accu niet in het voertuig zit).
4. Steek de stekker van de oplader in een stopcontact.
7. OPLAADPROCEDURE
1. Sluit de oplader op de accu aan zoals beschreven in hoofdstuk 6 (Aansluiting op
de accu).
A
1
2
DE | EN | FR | ES | PT | SE | IT |
3
4
NL
| DK | FI | NO | PL
B
5
63