Let op! De pomp mag niet zonder vloeistof werken! De pomp moet volledig in de te
verpompen vloeistof zijn ondergedompeld. Aanzuiging van lucht (gorgelen) gedurende lange
periodes dient te worden vermeden.
De lengte van de voedingskabel op de elektropomp beperkt de maximale onderdompeldiepte
bij het gebruik van de elektropomp zelf.
8 ELEKTRISCHE AANSLUITING
LET OP! NEEM ALTIJD DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN ACHT!!
8.1 De elektrische installatie dient te worden overgelaten aan een ervaren en erkende
elektricien, die de volledige verantwoordelijkheid ervoor op zich neemt.
8.2 Verzeker u ervan dat de netspanning overeenkomt met de spanning die op het motorplaatje
vermeld is en dat het mogelijk is EEN DEGELIJKE AARDVERBINDING TOT STAND TE
BRENGEN.
8.3 De elektropomp is uitgerust met een voedingskabel voor zowel de éénfase als driefase
uitvoering. Bij eventuele beschadiging van de voedingskabel dient deze niet gerepareerd,
maar vervangen te worden.
Het wordt aanbevolen een aparte elektriciteitslijn te gebruiken voor de aansluiting van de
elektropomp.
Installeer vóór de elektropomp een magnetothermische differentiaalschakelaar met de juiste
gevoeligheid.
Schakel de stroomtoevoer vóór de installatie af alvorens de elektrische aansluiting tot stand te
brengen.
De éénfase motoren zijn voorzien van ingebouwde thermo-amperometrische beveiliging en
kunnen rechtstreeks op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
N.B. Bij overbelasting zal de motor automatisch afslaan. Nadat de motor is afgekoeld, treedt
hij automatisch en zonder dat handmatig ingrijpen vereist is weer in werking.
De driefase elektropompen moeten beveiligd worden met volgens de gegevens van het
kenplaatje van de te installeren elektropomp correct afgestelde motorbeveiligingsschakelaars.
Sluit de kabel van de elektropomp als volgt aan op het schakelpaneel:
ÉÉNFASE
Geel-groen
Bruin
Blauw
Alvorens de starttest uit te voeren, het waterpeil in de put controleren.
NEDERLANDS
LI
N
59