zaagblad geklemd raken en het zaag-
blad blokkeren. Beschadigde inleg-
profielen moeten onmiddellijk vervan-
gen worden!
1.
Inbusbouten (49) losmaken.
49
2.
Werkstukaanslag (50) verwijderen.
3.
Schroeven aan tafelinzetstuk losma-
ken.
4.
Tafelinlegstuk (51) verwijderen.
5.
Nieuw tafelinlegstuk inzetten.
6.
Schroeven aan tafelinzetstuk vast-
trekken.
7.
Werkstukaanslag monteren en uit-
richten.
9.3
Regel de werkstukaan-
slag bij
1.
Inbusbouten (52) losmaken.
52
2.
Werkstukaanslag (53) zo uitrichten,
dat hij exact haaks ten opzichte van
het zaagblad staat, wanneer de
draaitafel in de 0°-positie vastklikt.
3.
Inbusbouten aantrekken.
9.4
Batterijwissel aan toe-
snijlaser
A
Gevaar door laserstraling!
Schakel de toesnijlaser bij onder-
houdswerkzaamheden steeds uit!
1.
Deksel van het batterijvak (54) los-
schroeven.
55
54
50
2.
Set
AG13) ontnemen.
3.
Nieuw set batterijen met de plus-
pool eerst inzetten. Boven het batte-
rijvak is de vermelding van de polari-
teit weergegeven.
4.
Deksel batterijvak (54) losschroe-
ven.
9.5
Toesnijlaser justeren
Laser zijdelings uitrichten
Schroef (57) indraaien =
tekenlijn wordt vanuit de gebruiker
naar rechts verschoven.
51
Schroef (57) eruit draaien =
tekenlijn wordt vanuit de gebruiker
naar links verschoven.
Laser rechthoekig uitrichten
1.
Stiftbouten (56) en (58) losmaken.
2.
Met een sleufboutentrekker aan het
kunststofdeel (55) de hoek van de
tekenlijn instellen.
3.
Stiftbouten (56) und (58) vasttrek-
ken om de instelling te zekeren.
9.6
Koolborstels controleren
en vervangen
3
Opmerking:
versleten
zich merkbaar door
sputterend draaien van de motor;
storingen bij radio- en televisieont-
vangst terwijl de motor draait;
staanblijven van de motor.
Voor keuring of vervangen van de kool-
53
borstels:
1.
netstekker trekken.
2.
Sluitstop van de koolborstels aan de
motorbehuizing met een geschikte
schroevendraaier losschroeven.
56
57
58
batterijen
(twee
knopcellen
koolborstels
maken
NEDERLANDS
De afbeelding toont het vervangen
va de voorste koolborstel (59). De
tweede koolborstel bevindt zich op
de tegenover liggende kant.
3.
Koolborstels (59) eruit trekken en
controleren. Iedere slijpkool moet
ten minste 6 mm lang zijn.
4.
Intakte koolborstels in de schacht
steken. De bijde lussen van de
kleine metalen plaat aan de zijkant
moeten in de zijdelingse groeven in
de schacht grijpen.
5.
Sluitstop weer indraaien.
6.
Werking van de zaag controleren.
9.7
Het apparaat reinigen
Verwijder zaagsel en stof met borstel of
stofzuiger:
Verstelinrichtingen;
Bedieningsfuncties;
Ventilatieopening van de motor;
Ruimte onder het inlegprofiel.
9.8
Het apparaat opbergen
A
Gevaar!
Berg het apparaat zo op dat het
niet door onbevoegden in wer-
king kan worden gezet.
Zorg dat niemand zich aan het
stilstaande apparaat kan kwet-
sen.
A
Opgelet!
De machine mag niet in open-
lucht of in een vochtige ruimte
opgeborgen worden.
Houd rekening met de toegelaten
omgevingsomstandigheden
Technische gegevens).
9.9
Onderhoud
Voor elk gebruik
Verwijder zaagselresten met stofzui-
ger of penseel.
Controleer de stroomkabel en de
stekker op beschadigingen en laat
ze eventueel vervangen door een
elektromonteur.
59
(zie
11