Indien nodig de adapter tevens met schroeven be-
2.
vestigen.
→ Fig.
37
Apparaat voor circulatiefunctie met circulatieka-
naal inbouwen
Bij circulatiefunctie de afdichting, het circulatieka-
1.
naal, de diffusor en de geurfilters gebruiken.
De afmetingen voor de verschillende vlakkanaal-
2.
bochten in acht nemen. → Pagina 37
Afdichting bevestigen
De meegeleverde afdichting op de vlakkanaal-
▶
bocht op maximaal 5 mm van de rand bevestigen.
→ Fig.
38
Vlakkanaalbocht aanbrengen
De vlakkanaalbocht in de uitlaatopening op de
▶
achterzijde van het apparaat aanbrengen.
→ Fig.
39
Apparaat in de uitsnijding van het werkblad plaatsen
Verifieer dat de aansluitkabel met het apparaat is
1.
verbonden.
Het apparaat volledig in de uitsnijding van het
2.
werkblad plaatsen.
→ Fig.
40
Apparaat in de uitsparing in het werkblad uitlijnen
Lijn met de meegeleverde afstandshouders de
1.
voeg rondom het apparaat en het werkblad op
een gelijkmatige afstand van 1,5 tot 2 mm uit.
→ Fig.
34
Verwijder de afstandshouders vóór het sluiten van
2.
de voeg.
Buizen tussen apparaat en diffusor plaatsen
De componenten van het circulatiekanaal met el-
1.
kaar verbinden.
De plattebuis-verbinders door vastklikken be-
‒
vestigen.
Schroef voor een extra bevestiging de platte-
‒
buis-verbinders met vier schroeven voor kunst-
stof PT 4x8 in elkaar.
→ Fig.
41
Het circulatiekanaal met de vlakkanaalbocht aan
2.
de achterzijde van de kookplaat verbinden.
→ Fig.
42
De diffusor met het circulatiekanaal verbinden.
3.
→ Fig.
43
Borgklemmen vastschroeven
De meegeleverde bevestigingsklemmen aan het
▶
werkblad en voorzichtig aan het apparaat vast-
schroeven.
Let erop dat de kookplaat op dezelfde hoogte
‒
ligt als het werkblad en dat het apparaat niet
wegglijdt.
Geen elektrische schroefmachine gebruiken.
‒
→ Fig.
35
Apparaat voor circulatiefunctie inbouwen
Bij de circulatiefunctie de afdichting en de akoesti-
1.
sche filters gebruiken.
Aanwijzingen m.b.t. de luchtafvoerleiding aanhou-
2.
den. → Pagina 39
Afdichting bevestigen
De meegeleverde afdichting op de vlakkanaal-
▶
bocht op maximaal 5 mm van de rand bevestigen.
→ Fig.
38
Buizen plaatsen
De vlakkanaalbocht in de uitlaatopening op de
1.
achterzijde van het apparaat aanbrengen.
→ Fig.
39
Indien nodig extra buiselementen monteren.
2.
Apparaat in de uitsnijding van het werkblad plaatsen
Verifieer dat de aansluitkabel met het apparaat is
1.
verbonden.
Het apparaat volledig in de uitsnijding van het
2.
werkblad plaatsen.
→ Fig.
40
Borgklemmen vastschroeven
De meegeleverde bevestigingsklemmen aan het
▶
werkblad en voorzichtig aan het apparaat vast-
schroeven.
Let erop dat de kookplaat op dezelfde hoogte
‒
ligt als het werkblad en dat het apparaat niet
wegglijdt.
Geen elektrische schroefmachine gebruiken.
‒
→ Fig.
35
Luchtafvoerverbinding maken
De luchtafvoerbuis bevestigen aan de bocht van
1.
de platte buis.
De verbinding met de afvoerluchtopening maken.
2.
Verbindingspunten goed afdichten.
3.
Apparaat in de uitsparing in het werkblad uitlijnen
Lijn met de meegeleverde afstandshouders de
1.
voeg rondom het apparaat en het werkblad op
een gelijkmatige afstand van 1,5 tot 2 mm uit.
→ Fig.
34
Verwijder de afstandshouders vóór het sluiten van
2.
de voeg.
Filter plaatsen
Opmerking: Bij circulatiefunctie het geurfilter aan-
brengen.
Bij afvoerluchtfunctie het akoestische filter aanbren-
gen.
Let op de stroomrichting van het filter.
1.
Twee van de filters links en rechts in het apparaat
2.
plaatsen en naar voren schuiven.
→ Fig.
44
De andere filters links en rechts in het apparaat
3.
aanbrengen.
→ Fig.
45
Vetfilter plaatsen
Het vetfilter plaatsen.
▶
→ Fig.
46
Ventilatierooster plaatsen
Het ventilatierooster plaatsen.
▶
→ Fig.
47
Stroom aansluiten
De aansluitgegevens op het typeplaatje in acht ne-
1.
men.
Bij 3 N de kabel volgens de afbeelding op het
2.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
48
Bij 2 N de kabel volgens de afbeelding op het
3.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
49
Bij 1 N de kabel volgens de afbeelding op het
4.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
50
Bij 2 L /2 N de kabel volgens de afbeelding op
5.
het stopcontact aansluiten.
→ Fig.
51
De kleuren van de kabels in acht nemen.
6.
– BN: bruin
– BU: blauw
– GN/YE: groen en geel
– BK: zwart
– GY: grijs
41