a b c
e
a
Ontluchting verwarmen
b
Ontluchting koelen
c
Warmwaterinlaat (DN3/4")
d
Warmwateruitlaat (DN3/4")
e
Koudwaterinlaat (DN3/4")
f
Koudwateruitlaat (DN3/4")
Het watercircuit vullen
a
a
Ontluchtingsventiel
b
Drukveiligheidsklep
c
Deksel
Tijdens het vullen van het systeem kan wellicht niet alle lucht eruit
worden verwijderd. De resterende lucht wordt verwijderd tijdens de
eerste bedrijfsuren van het systeem. De lucht kan uit de unit worden
verwijderd via het handmatige ontluchtingsventiel.
1
Open de dop.
2
Duw op de drukveiligheidsklep om de waterkring(en) van de
unit te ontluchten.
3
Sluit de dop.
4
Achteraf kan extra water moeten worden bijgevuld (maar nooit
via het ontluchtingsventiel).
OPMERKING
Lucht in het watercircuit kan storingen veroorzaken.
Tijdens het vullen kan wellicht niet alle lucht uit het circuit
worden verwijderd. De resterende lucht zal tijdens de
eerste uren in bedrijf van het systeem via de automatische
ontluchtingsventielen worden verwijderd. Achteraf kan het
nodig zijn extra water te bij te vullen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de kwaliteit van het water voldoet aan EU-
richtlijn 2020/2184.
FWE-F
Ventilatorconvectoren
3P756931-1 – 2023.11
d
f
b
c
5 Installatie van de unit
5.5
Installatie afvoerleiding
5.5.1
Richtlijnen bij de installatie van de
afvoerleiding
Algemene richtlijnen
▪ Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪ Leidingmaat. De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan de
verbindingsleiding zijn (plastic buis met een nominale diameter
van 25 mm en buitendiameter van 32 mm).
▪ Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de
volledige afvoerleiding in het gebouw.
▪ Helling. De afvoerleiding moet afhellen (minstens 1/50) om te
voorkomen dat er lucht in de leiding blijft zitten. Gebruik
hangstaven zoals afgebeeld.
a
Ophangbeugel
Toegelaten
Niet toegelaten
5.5.2
Afvoerleiding aansluiten
Afvoerleiding aansluiten
OPMERKING
Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken
veroorzaken
en
schade
installatieruimte en de omgeving.
1 Duw de afvoerslang zo ver mogelijk over de afvoeraansluiting.
2 Draai de schroef van de afvoerslang vast op het oppervlak van
de lekbak.
3 Controleer op waterlekken.
a
Afvoeraansluiting
4 Breng
de
afvoerslang
bevestigingsschroef (accessoire).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
a
b
berokkenen
aan
de
a
in
en
bevestig
ze
met
71
de