7. Stel de ontgrendelkabel af. Zie
van de uitworptrechter afstellen op pagina 139 .
8. Stel de linker- en rechterkabel van de uitworptrechter
De linker- en rechterkabel van de
af. Zie
uitworptrechter afstellen op pagina 139 .
De afstandsbediening voor de deflector
van de uitworptrechter installeren
1. Bevestig de kabelbeugel (A) aan de uitworptrechter
met een slotbout (B) en een borgmoer van 5/16-18
(D). Draai de bout vast.
2. Monteer het kabeloog (E) op de deflector van de
uitworptrechter (F). Gebruik een borstbout (G), een
nylon ring (C) en zet deze vast met een borgmoer
van ¼-20 (K). Het kabeloog ligt los op de borstbout.
3. Bevestig de veer (L) tussen de zeskantmoer (M) op
de rotorkop en de opening op de deflector van de
uitworptrechter. (Fig. 58)
De kabel van de toerenregeling
installeren
1. Zet de rijsnelheidshendel in de neutrale stand.
Voordat u het product inschakelt
•
Houd personen en dieren buiten het werkgebied.
•
Voer dagelijks onderhoud uit. Zie
Onderhoudsschema op pagina 134 .
•
Zorg ervoor dat de startkabel correct aan de bougie
bevestigd is.
•
Vul indien nodig olie of benzine bij. Zie
bijvullen op pagina 131 .
De motor met olie vullen
OPGELET:
wanneer u de olie controleert. Niet vullen
boven de markering.
1. Verwijder de oliedop en maak de peilstok schoon.
Productoverzicht op pagina 125 voor de locatie
Zie
van de peilstok.
2. Vul olie bij tot de bovenste markering op de peilstok.
Controleer de olie regelmatig met de peilstok.
3. Plaats de oliedop terug.
Brandstof bijvullen
Gebruik geen benzine met een octaangetal lager dan
90 RON (86 AKI). Deze motoren werken het best op
loodvrije benzine.
OPGELET:
876 - 019 - 05.10.2023
De ontgrendelkabel
Werking
Brandstof
Draai de peilstok niet
2. Bevestig de kabel (B) van de toerenregeling aan de
rijsnelheidshendel met een borgpen.
3. Bevestig de toerentalregelkabel aan de beugel
(C) met een 2½"-sleutel. Zorg ervoor dat de
rijsnelheidshendel in de neutrale stand blijft staan.
4. Verwijder de schroef en vleugelmoer (A) op
de besturingstuimelaar zodat de tuimelaar kan
bewegen. (Fig. 59)
De massakabel van de accu monteren
1. Verwijder het accudeksel.
2. Verwijder de schroef van de massakabel van de
accu. (Fig. 60)
3. Monteer de massakabel van de accu. (Fig. 61)
4. Bevestig de schroef voor de massakabel van de
accu. (Fig. 62)
5. Plaats het accudeksel.
Vervangende breekpennen bevestigen
•
Bevestig de vervangende breekpennen op het
deksel van de afstandsbediening of op de accubak.
(Fig. 63)
•
Gebruik GEEN benzine waarvan de
houdbaarheidsdatum is verstreken,
benzine met verontreiniging of een
mengsel van olie en benzine.
•
Voorkom dat er vuil of water in de
brandstoftank komt.
•
Gebruik alleen correcte
brandstofcontainers en breng
markeringen aan om ze gemakkelijker te
herkennen.
•
Gebruik GEEN E85-mengbrandstoffen.
Deze motoren zijn niet geschikt voor
E20/E30/E85.
•
Het ethanolgehalte mag maximaal 10%
zijn.
1. Draai de brandstoftankdop langzaam los om de druk
te laten ontsnappen.
2. Vul langzaam met een benzinejerrycan. Als u
brandstof morst, verwijder deze dan met een doek
en laat de resterende brandstof opdrogen.
3. Maak het gebied rondom de brandstoftankdop goed
schoon.
4. Draai de brandstoftankdop volledig aan. Als de
tankdop niet volledig is aangedraaid, bestaat een
risico op brand.
5. Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
131