Foutcode
P0261
P0230
P0350
P0650
P0123
P0122
P0120
P0118
P0117
P0108
P0107
P0106
P0113
P0112
P0132
P0131
P0130
P0562
P0561
P0563
Transport en opslag
•
Controleer voor opslag en vervoer van het product
en de brandstof of er geen lekken of dampen zijn.
Vonken of open vuur, bijvoorbeeld van elektrische
apparaten of ketels, kunnen tot brand leiden.
•
Gebruik altijd goedgekeurde containers voor opslag
en transport van brandstof.
•
Leeg de brandstoftank voordat u het product voor
langere tijd opslaat. De brandstof via een geschikte
verwijderinglocatie afvoeren
876 - 019 - 05.10.2023
Foutnamen
Injectiefout.
Fout brandstofpomp.
Fout ontstekingsspoel.
Fout foutindicator.
Elektrische kortsluiting in de gaskleppositiesensor.
Elektrische kortsluiting naar massa in de gaskleppositie-
sensor.
Fout in gaskleppositiesensor.
Elektrische kortsluiting in de sensor voor de temperatuur
van het cilinderdeksel.
Kortsluiting naar massa in de sensor voor de cilindertem-
peratuur.
Elektrische kortsluiting in de inlaatdruksensor.
Kortsluiting naar massa in de inlaatdruksensor.
Fout in inlaatdruksensor.
Elektrische kortsluiting in de inlaattemperatuursensor.
Kortsluiting naar massa in de inlaattemperatuursensor.
Elektrische kortsluiting in de zuurstofsensor.
Kortsluiting naar massa in de zuurstofsensor.
Fout in zuurstofsensor.
Accuspanning <12 V.
De accu heeft onvoldoende spanning na het starten.
Accuspanning >16 V.
Vervoer, opslag en verwerking
•
Zet het product tijdens het vervoer veilig vast om
schade en ongevallen te voorkomen.
•
Bewaar het product in een afgesloten ruimte om
toegang door kinderen of onbevoegde personen te
verhinderen.
•
Bewaar het product in een droge en vorstvrije
ruimte.
•
Laad de accu op bij langdurige opslag. Controleer en
reinig de accupolen voor langdurige opslag.
Aantal keer knipperen van
foutindicator
1
4
8
Het is alleen mogelijk om
OBD te gebruiken om de
foutcode te lezen.
7
5
2
9
3
Altijd aan na inschakelen.
Altijd aan na starten.
Altijd aan na inschakelen.
143