Probleem
Het bedieningspaneel wordt heet
bij aanraking.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer je de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
De flexibele inductiekookzone
verwarmt de pan niet.
Het indicatielampje boven het
symbool
gaat aan.
De bedieningsbalk knippert.
De bedieningsbalk knippert twee
keer en gaat uit.
en een getal gaan branden.
48
NEDERLANDS
Mogelijke oorzaak
Je maakt gebruik van een hele hoge
pan die het signaal blokkeert.
Het kookgerei is te groot of je plaatst
het te dicht bij het bedieningspaneel.
De signalen zijn uit.
De pan staat op een verkeerde plek
op de flexibele inductiekookzone.
De diameter van de panbodem is
verkeerd voor de ingeschakelde
functie of functiemodus.
Kinderbeveiligingsinrichting of Blok‐
kering werkt.
Er staat geen pan op de zone, of de
zone is niet volledig bedekt.
De pan is niet geschikt.
De diameter van de bodem van de
pan is te klein voor de zone.
FlexiBridge (Flexible Bridge) is in
werking. Eén of meerdere delen van
de werkende functiemodus niet af‐
gedekt door de pan.
PowerSlide is in werking. Er worden
twee pannen op de flexibele induc‐
tiekookzone geplaatst of het kookge‐
rei dekt meer dan één kookzone die
door de functie wordt geactiveerd.
Er is een fout opgetreden in de
kookplaat.
Oplossing
Gebruik een kleinere pan, verander
van kookzone of bedien de afzuigkap
handmatig.
Plaats grotere pannen indien mogelijk
op de achterste kookzones.
Schakel de geluiden in. Raadpleeg
'Dagelijks gebruik'.
Plaats de pan op de juiste plek op de
flexibele inductiekookzone. De plaats
van de pan is afhankelijk van de inge‐
schakelde functie of modus. Zie 'Flexi‐
bele inductiekookruimte'.
Gebruik alleen pannen met een diame‐
ter die geschikt is voor de ingeschakel‐
de functie of functiemodus. Zie 'Flexi‐
bele inductiekookruimte'.
Zie "Kinderbeveiliging" en "Blokke‐
ring".
Zet een pan op de zone, zodat de pan
de zone volledig bedekt.
Gebruik kookgerei dat geschikt is voor
inductiekookplaten. Zie 'Aanwijzingen
en tips'.
Gebruik pannen met de juiste afmetin‐
gen. Raadpleeg de technische gege‐
vens.
Plaats de pan op het juiste aantal ge‐
deelten van de functiemodus die in
werking is of wijzig de functiemodus.
Zie 'Flexibele inductiekookruimte'.
Gebruik slechts één pan. Zie 'Flexibele
inductiekookruimte'.
Schakel de kookplaat uit en schakel
deze na 30 seconden weer in. Wan‐
neer
weer verschijnt, trek je de
stekker van de kookplaat uit het stop‐
contact. Steek de stekker van de kook‐
plaat er na 30 seconden weer in. Als
het probleem zich blijft voordoen,
neem je contact op met een erkende
servicedienst.