1 609 929 J52.book Seite 7 Montag, 27. März 2006 10:51 10
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje. Met 230 V aangeduide machines
kunnen ook worden gebruikt met een spanning van
220 V.
In- en uitschakelen
Houdt de kettingzaag vast zoals beschreven bij
„Werkzaamheden met de kettingzaag".
Als u de machine wilt inschakelen, drukt u op de in-
schakelblokkering 2, vervolgens drukt u de aan/uit-
schakelaar 3 helemaal in en houdt u de schakelaar
in deze stand vast. De inschakelblokkering 2 kunt u
nu loslaten.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de aan/
uit-schakelaar 3 los.
Na het zagen mag de kettingzaag niet worden ge-
stopt door het bedienen van de voorste handbe-
scherming (activeren van de terugslagrem).
Thermische beveiliging (temperatuurafhanke-
lijke beveiliging tegen overbelasting)
Bij overbelasting van de machine, bijvoorbeeld bij
een stompe ketting, kan de motor door het activeren
van de thermische beveiliging tot stilstand komen. U
kunt de beveiliging resetten door het indrukken van
de resetknop voor de thermische beveiliging 25.
Vervolgens moet de kettingzaag ongeveer een mi-
nuut onbelast worden gebruikt.
Aanloopstroombegrenzing
Dankzij het zacht en schokvrij op gang komen van
de machine is een zekering van 16 A voldoende.
Terugslagrem en kettingrem
De kettingzaag is voorzien van twee beschermings-
voorzieningen:
De motorrem remt de ketting na het loslaten van de
aan/uit-schakelaar 3 af.
De kettingrem is een beschermingsmechanisme
dat bij terugslag van de machine wordt geactiveerd
door het naar voren duwen van handbescherming 5.
De ketting stopt na hoogstens 0,1 seconde.
Voer van tijd tot tijd een functietest uit. Duw de voor-
ste handbescherming 5 naar voren (stand
de rode punt 27 onder de markering 7 zichtbaar
wordt en schakel vervolgens de kettingzaag kort in.
De ketting mag niet aanlopen. Als u de kettingrem
weer wilt ontgrendelen, dient u de voorste handbe-
scherming 5 terug te trekken (stand
rode punt 27 onder de markering 7 wordt bedekt
(zie afbeelding
).
D
85 • 1 609 929 J52 • TMS • 15.03.06
Werkzaamheden met de
kettingzaag
Voor het zagen
Voor de ingebruikneming en regelmatig tijdens het
zagen moeten de volgende controles worden uitge-
voerd:
– Verkeert de kettingzaag in een functieveilige toe-
stand?
– Is de olietank gevuld? Controleer de oliepeilaan-
duiding 24 voor de werkzaamheden en regelma-
tig tijdens de werkzaamheden. Vul olie bij wan-
neer het oliepeil de onderkant van het peilglas be-
reikt heeft. De vulling is voldoende voor ca.
15 minuten, afhankelijk van de pauzes en de in-
tensiteit van de werkzaamheden.
– Is de ketting juist gespannen en scherp genoeg?
Controleer de kettingspanning tijdens het zagen
elke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaag-
kettingen moet met vergroting worden gerekend.
De toestand van de zaagketting beïnvloedt de
zaagcapaciteit
scherpe kettingen beschermen tegen overbelas-
ting.
– Is de kettingrem ontgrendeld en haar werking ge-
waarborgd?
– Draagt u de vereiste beschermende uitrusting?
Gebruik een veiligheidsbril en gehoorbescher-
ming. Overige beschermende uitrusting voor uw
hoofd, handen, benen en voeten wordt aanbevo-
len. Geschikte beschermende kleding vermindert
het verwondingsgevaar van wegvliegend materi-
aal en het onbedoeld aanraken van de zaagket-
ting.
Terugslag van de zaag (zie afbeelding
Terugslag van de zaag is het plotseling omhoog- of
terugslaan van de lopende kettingzaag, dat kan op-
treden bij aanraking van de zwaardpunt met het
zaagmateriaal of bij een vastklemmende ketting.
Wanneer zaagterugslag optreedt, reageert de ma-
chine op onoverzienbare wijze en kan deze ernstige
verwondingen veroorzaken bij de bediener of bij per-
sonen in de werkomgeving.
Zijwaarts zagen, schuin zagen en in de lengte zagen
moet met bijzondere voorzichtigheid gebeuren om-
dat de klauwaanslag 12 hierbij niet kan worden toe-
gepast.
) zodat
), zodat de
Nederlands - 7
in
belangrijke
mate.
Alleen
)
D