NL
4. Als de sproeidruk meer dan 0,5 bar ten opzichte van de optimale druk daalt, moet u
opnieuw pompen.
+
Wanneer er met lucht vermengde vloeistof uit de sproeier komt, is het reservoir leeg.
Na het gebruik
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht.
Laat nooit vloeistof in het apparaat zitten.
1. Trek de rode knop van het veiligheidsventiel [12] zolang omhoog, tot alle druk uit het
reservoir is verdwenen. (afb. 5).
2. Verwijder de deksel [58 + 59]. (Hoofdstuk "Voorbereiden" punt 2, afb. 6 + 7)
Verzamel de resterende hoeveelheid in het reservoir en voer deze volgens de gelden-
de wetten, voorschriften en regels als afval af.
Neem de voorschriften van de fabrikant van de middelen in acht!
3. Maak het apparaat leeg en spoel het met schoon water.
4. Veeg het apparaat met een vochtige doek schoon.
5. Voor het drogen en opslaan moet u het reservoir en de pomp van elkaar gescheiden in
een droge, tegen zonnestralen beschermde en vorstvrije omgeving bewaren.
Maak na het gebruik de beschermingsuitrusting en uzelf schoon.
Onderhoud
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht.
Na 50-malig gebruik, echter minstens eenmaal per jaar:
• Schroef de pomp [2] uit het reservoir. (afb. 15).
• Haal de pomp [2] uit elkaar. (afb. 17).
• Smeer de O-ringen [19] en de manchet [20] met vet. (afb. 18).
• Zet de pomp in elkaar.
• Vergrendel de zuigerstang met de handgreep [13] en schroef de pomp [2] in het reservoir [1].
• Maak de sproeier [21] onder stromend water schoon. (afb. 22).
• Draai de handgreep [41] van het uitzetventiel [9] af.
• Verwijder het filter [22] en reinig dit onder stromend water. (afb. 24).
• Demonteer het uitzetventiel [9]. (afb. 28).
a) Maak de 4 schroeven los en trek de halve schalen [42] uit elkaar.
b) Schroef de afsluitkap [45] van het ventiellichaam [44] en trek de drukpen [25] uit het
ventiellichaam [44]. (afb. 29).
• Vet de O-ringen [24] in. (afb. 29).
• Monteer het uitzetventiel [9].
NEDERLANDS
32
NL
Neem de voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht en controleer het ap-
paraat regelmatig. Indien er geen speciale regels zijn, adviseren wij u, iedere 2 jaar
een controle van de buitenkant en iedere 5 jaar een inwendige controle, evenals
iedere 10 jaar een sterktetest door een deskundige te laten uitvoeren.
Storingen
Maak alleen gebruik van originele reserveonderdelen en accessoires.
Storing
Oorzaak
Er wordt geen druk in het
Deksel lekt
apparaat opgebouwd
Pomp is niet vastgedraaid. Pomp goed vastdraaien.
O-ring [19] op de pomp
defect.
Manchet [20] defect.
Er komt vloeistof boven
Ventielschijf [23] vuil of
uit de pomp.
defect.
De sproeier sproeit niet,
Filter [22] of / en sproeiers
er is echter druk beschik-
[21] verstopt.
baar.
Veiligheidsventiel blaast
Veiligheidsventiel [12]
te vroeg af.
defect
Het uitzetventiel sluit niet.
O-ring [24] van de drukpen
Zonder dat de hefboom
is niet ingevet/gesmeerd.
wordt bediend, komt er
Drukpen [25] of
vloeistof naar buiten
O-ring [24] is defect.
Manometer geeft geen
Manometer [16] defect.
reservoirdruk aan.
Contactadres voor meer informatie → zie titelpagina.
NEDERLANDS
Oplossing
Deksel correct sluiten
(afb. 9b)
O-ring [54] invetten of vervangen
(afb. 27h)
O-ring vervangen. (afb. 21)
Manchet vervangen.(afb. 19)
Ventielring schoonmaken of
vervangen. (afb. 21)
Filter en/of sproeier schoonma-
ken. (afb. 22 + 24)
Veiligheidsventiel vervangen.
(afb. 27a - 27h).
O-ring van de drukpen schoon-
maken. (afb. 29).
Drukpen of O-ring vervangen.
(afb. 29).
Manometer [16] met sleutel eruit-
draaien en vervangen. (afb. 30).
33