HEM-7301-ITKE_main.book Page 239 Friday, October 3, 2008 12:42 PM
3.
Leg uw arm op de juiste manier neer.
1) De luchtslang moet langs de
binnenkant van uw onderarm
lopen en op een lijn liggen met
uw middelvinger.
2) De onderrand van de manchet
moet zich ongeveer 1 tot 2 cm
boven uw elleboog bevinden.
3) Breng de manchet zodanig
om uw bovenarm aan, dat
het gekleurde merkteken
(blauwe pijl onder de slang)
midden op de binnenkant
van uw arm ligt en langs de
binnenkant van uw arm
naar beneden wijst.
Metingen uitvoeren aan de rechterarm
Breng de manchet zoda-
nig aan, dat de luchtslang
zich aan de kant van uw
elleboog bevindt.
• Let erop dat uw arm niet
op de luchtslang steunt
en dat u niet op een
andere manier de lucht-
stroom naar de manchet
belemmert.
• De manchet moet 1 tot
2 cm boven de elleboog
zitten.
4.
Druk de stoffen sluiting STEVIG vast nadat de manchet correct
is aangebracht.
3.Het apparaat gebruiken
1 tot
2 cm
NL
239