Belangrijk: Let tijdens de oefening op
lichaamsspanning en vermijd te hoge
sprongen. Beweeg het springtouw
zodanig, dat u nog kunt gaan of lopen.
Beweeg het springtouw alleen door een
beweging van de pols. Matig het lan-
den van uw voeten op de grond lichtjes
met uw knieën.
Basissprong met beide benen
(afb. F)
Belaste spieren: Biceps, zijdelingse en rechte
buik, bovenste gedeelte van het bovenbeen
Verloop
1. Ga op bekkenbreedte met lichtjes gebogen
knieën staan. Het springtouw bevindt zich
achter uw voeten.
2. Houd uw armen lichtjes gebogen en uw
ellebogen dicht tegen uw lichaam.
3. Span arm- en buikspieren aan.
4. Zwiep gelijktijdig het springtouw vanuit uw
pols over uw hoofd naar voren en spring
lichtjes omhoog om het springtouw onder uw
voeten door te laten.
5. Herhaal deze oefening 10 tot 15 keer
in oefeningen van 3 reeksen.
Belangrijk: Let tijdens de oefening op
lichaamsspanning en vermijd te hoge
sprongen. Beweeg het springtouw
alleen door een beweging van de pols.
Matig het landen van uw voeten op de
grond lichtjes met uw knieën.
Stapsprong (afb. G)
Belaste spieren: Biceps, bovenste gedeelte van
het bovenbeen, zitvlak, onderste gedeelte van
het onderbeen
Verloop
1. Zet één voet naar voren en houd het artikel
zodanig vast, dat het springtouw achter uw
voeten ligt.
2. Houd uw armen losjes en uw ellebogen dicht
tegen uw lichaam.
3. Span arm- en buikspieren aan.
4. Zwiep het springtouw vanuit uw pols langs
achter over uw hoofd.
5. Spring met uw voeten vooruit en achteruit
terwijl u bij een gewone sprong met het
springtouw verder springt.
32
NL/BE
6. Herhaal deze oefening 10 tot 15 keer in oe-
feningen van 3 reeksen en zet dan uw andere
voet naar voren.
Belangrijk: Let tijdens de oefening op
lichaamsspanning en vermijd te hoge
sprongen. Beweeg het springtouw
alleen door een beweging van de pols.
Matig het landen van uw voeten op de
grond lichtjes met uw knieën.
Slalom met beide benen (afb. H)
Belaste spieren: Biceps, buik, been
Verloop
1. Ga op bekkenbreedte met lichtjes gebogen
knieën staan. Het springtouw bevindt zich
achter uw voeten.
2. Houd uw armen lichtjes gebogen en uw
ellebogen dicht tegen uw lichaam.
3. Span arm- en buikspieren aan.
4. Zwiep gelijktijdig het springtouw vanuit uw
pols over uw hoofd naar voren en spring
lichtjes omhoog om het springtouw onder uw
voeten door te laten.
5. Bij het neerkomen zet u uw voeten zijdelings
eerst aan één kant en bij de volgende sprong
aan de andere kant, zodat er zijwaartse
sprongen ontstaan.
6. Herhaal deze oefening 10 tot 15 keer
in oefeningen van 3 reeksen.
Belangrijk: Let tijdens de oefening op
lichaamsspanning en vermijd te hoge
sprongen. Beweeg het springtouw
alleen door een beweging van de pols.
Matig het landen van uw voeten op de
grond lichtjes met uw knieën.
Sprongen met één been (afb. I)
Belaste spieren: Biceps, zijdelingse en rechte
buik, bovenste gedeelte van het bovenbeen,
onderste gedeelte van het onderbeen
Verloop
1. Ga op bekkenbreedte met lichtjes gebogen
knieën staan. Het springtouw bevindt zich
achter uw voeten.
2. Houd uw armen lichtjes gebogen en uw
ellebogen dicht tegen uw lichaam.
3. Span arm- en buikspieren aan.