6.7.8. Satelliet
Zorg ervoor dat uw satellietkabel met de aans-
luiting LNB is verbonden.
Kies VOLGENDE wanneer u geen verdere instellingen
wilt configureren. Kies MEER wanneer u nog meer
instellingen wilt configureren. De volgende opties zijn
beschikbaar:
ENKEL
Kies hier de gewenste satelliet.
Als uw satellietinstallatie een geluids-
TONEBURST
signaal nodig heeft, kunt u hier TO
NEBURST A of B instellen.
Als u een satellietantenne met meer-
derde LNB's of een DiSEqC-schakelaar
DISEQC .
hebt aangesloten, kiest u hier DiSEqC
1.0.
Als u een satellietantenne met meer-
derde LNB's of een DiSEqC-schakelaar
DISEQC .
hebt aangesloten, kiest u hier DiSEqC
1.1.
Als u een satellietantenne met meer-
derde LNB's of een DiSEqC-schakelaar
DISEQC .
hebt aangesloten, kiest u hier DiSEqC
1.2.
Kies hier de instellingen voor Unica-
ble I (TUNER en BANDFREQUEN
UNICABLE I
TIE)
Kies hier de instellingen voor Unica-
UNICABLE II
ble II (TUNER en BANDFREQUEN
TIE)
Kies de optie VOLGENDE > SCANNEN om het zoeken
van LNB's te starten en druk daarna op O K of . Het
LNB-zoeken wordt gestart.
Wanneer u onder MEER de instelling UNICABLE I of
UNICABLE II hebt gekozen, zijn de volgende opties
beschikbaar om te configureren:
Unicable-instellingen
TUNER
Kies de gewenste USER BAND .
BANDFRE
Kies de bandfrequentie , ,
QUENTIE
of DOOR DE GEBRUIKER GE
DEFINIEERD
DOOR DE GE
Met behulp van het virtuele toetsen-
BRUIKER GE
bord kunt u hier een bandfrequentie
DEFINIEERD
van uw keuze opgeven. Deze optie
kan alleen worden bewerkt als u
voordien bij BANDFREQUENTIE de
instelling DOOR DE GEBRUIKER
GEDEFINIEERD hebt gekozen.
Indien nodig kunt u nu instellingen van de betreffende
satelliet configureren:
14
MEER
Satellietinstellingen
SATELLIETSTATUS
Hiermee activeert/deactiveert
u de satellietstatus. In gedeac-
tiveerde toestand kunnen geen
LNB-instellingen worden ge-
wijzigd en kan het zoeken niet
worden gestart.
SATELLIETSELECTIE
Hier wordt de gekozen satelliet
weergegeven.
SCANMODUS
Kies hier of u wilt zoeken naar al-
leen versleutelde kanalen, alleen
vrij beschikbare kanalen of naar
alle kanalen.
SCANTYPE
Kies hier of u wilt zoeken naar
alleen digitale kanalen, alleen ra-
diokanalen of naar alle kanalen.
WINKELTYPE
Selecteer hier het opslagtype.
TRANSPONDER
Kies via welke transponder au-
tomatisch zoeken moet worden
gestart.
LNBCONFIGURA
Hier kunt u de LNB-instellingen
TIES
configureren.
SIGNAALKWALI
De signaalkwaliteit wordt in pro-
TEIT
cent weergegeven. Instellingen
zijn hier niet mogelijk.
SIGNAALNIVEAU
De signaalsterkte wordt in pro-
cent weergegeven. Instellingen
zijn hier niet mogelijk.
Kies de optie SCANNEN en druk op O K of .
Als u geen televisiezenders wilt instellen, kiest u SCAN
OVERSLAAN en drukt u op de toets O K of .
Nadat het zoeken is beëindigd, kiest u onder Empfän-
germodus de optie VOLGENDE en bevestigt u daarna
VOLTOOIEN met O K .
Aanvaard tot slot de aanwijzingen m.b.t. het gebruik
en de diagnose voor het doorgeven van uw gebrui-
kersgegevens aan de fabrikant van het apparaat of
sla deze aanwijzingen over. Op deze manier kan de
fabrikant een optimale werking van het apparaat ga-
randeren.
De installatie is nu beëindigd en het apparaat schakelt
automatisch in de internetmodus. Druk op de toets E X I T
of
om naar de tv-modus te gaan. Als u de Live TV-app
opent, gaat u ook naar de tv-modus.
Het tv-toestel kan u altijd opnieuw worden
geïnstalleerd. Gebruik hiervoor de optie
TERUGZETTEN OP FABRIEKSINSTELLIN
GEN in het menu INSTELLINGEN > AP
PARAATVOORKEUREN > OVER.