NL
Inhoud
Veiligheid .................................... 16
systeem ...................................... 19
Veiligheid
1.
Zorg er altijd voor dat tijdens
het werk alle veiligheidsscher-
men in orde zijn en correct
gemonteerd.
2.
Zet de machine altijd af vóór
het smeren, bijstellen of repa-
reren.
3.
Het lawaai van de blazer kan
hinderlijk zijn. Gebruik daarom
gehoorbeschermers als lange-
re tijd dichtbij de blazer gewer-
kt wordt.
In bedrijf nemen
1.
De electrische aansluiting
moet door een erkend installa-
teur worden verzorgd.
De laagste voor-zekering bij
3x400 V (geadviseerd):
SUC 100E: 25 Amp.
SUC 150E: 35 Amp.
SUC 200E: 35 Amp.
SUC 300E: 63 Amp.
SUC 500E: 100 Amp.
14
Onderhoud ................................. 20
4.
Gebruik een veiligheidsbril als
er bij het zuigmondstuk wordt
gewerkt. Er kunnen korrels uit
de luchtklep springen die oog-
beschadiging kunnen veroor-
zaken als er geen veiligheids-
bril wordt gebruikt.
5.
Pas op met open zuigleidin-
gen. Kleding of dergelijke kan
met grote kracht in de blazer
worden gezogen en schade
veroorzaken aan de persoon of
aan de blazer.
2.
Controleer of de draairichting
van blazer en graansluis juist
zijn (zie de pijlen op blazer en
graansluis).
3.
Controleer of de drijfriemspan-
ning correct is.
4.
Controleer of alle bouten zijn
vastgezet. Zet ze opnieuw vast
na een dag draaien.
6.
Na transport van ontsmet
graan o.i.d. moeten het buizen-
systeem en de machine zorg-
vuldig worden schoongemaakt.
7.
Gebruik altijd de uitvoercy-
cloon om het graan af te rem-
men en het te scheiden van de
luchtstroom.