UITRUSTING EN ACCESSOIRES
Accu
- 1 st.
1.
Oplader
- 1 st.
2.
Schroefbits
- 1 st.
3.
Transportkoffer
- 1 st.
4.
WERKVOORBEREIDING
ACCU WEGNEMEN / PLAATSEN
• Zet de draairichting schakelaar (5) in de middelste
stand.
• Druk op de accubevestigingsknop (8) en schuif de
accu (7) uit (afb. A).
• Plaats de opgeladen accu (7) in de greep van
het handvat zodat er een klikgeluid van de
accubevestigingsknop (8) hoorbaar wordt.
ACCU OPLADEN
Boorschroevendraaier
gedeeltelijk opgeladen accu geleverd. Het opladen
van de accu dient in de temperatuur tussen
4
C – 40
C gebeuren. Een nieuw accu die door
o
o
een langere periode niet gebruikt werd, gaat de
volledige aandrijvingsvermogen na ong. 3 - 5
oplaadbeurten bereiken.
• Neem de accu (7) uit de boorschroevendraaier
weg (afb. A).
• Sluit de oplader op de spanning aan (230 V AC).
• Schuif de accu (7) in de oplader (12) (afb. B).
Controleer of de accu op een juiste manier zit
(volledig ingeschoven).
De oplader is voorzien van diodes (11) die over
de werking ervan informeren (zie de beschrijving
eronder).
• Het branden van groene diode als de
accu niet in de oplader zit - de spanning is
aangesloten.
• Het branden van rode diode als de accu in
de oplader zit - het oplaadproces is aan de
gang.
• Het branden van de groene diode als de
accu in de oplader zit - het oplaadproces werd
beëindigd.
Indien een hete accu in de oplader wordt
geplaatst of tijdens het opladen een te hoge
temperatuur bereikt (boven 45°C), wordt het
oplaadproces stopgezet (het branden van de
groene diode). Neem de accu dan uit de oplader
wordt
tezamen
met
weg, wacht ong. 30 minuten en plaats deze
opnieuw in de oplader. De beschreven situatie
van temperatuurverhoging is laag waarschijnlijk
en kan nooit optreden.
Door het opladen worden de accu's heel erg warm.
Wacht even voor het gebruik totdat de accu op het
kamertemperatuur is gekomen. Op die manier
kan de schade aan de accu worden voorkomen.
KNOP VAN DE ACCU LAADSTATUS
De boorschroevendraaier is voorzien van de knop
van de laadstatus van de accu (LED diodes). Om
de laadstatus van de accu te controleren, drukt
u op de knop van de accu laadstatus (13) (afb. C).
Het branden van alle LED's (14) geeft een hoog
oplaadniveau van de accu aan. Het branden van de
rode en gele LED geeft aan dat de accu bijna leeg is.
Het branden van alleen de rode LED geeft aan dat
de accu leeg is en moet worden opgeladen.
SPILREM
De boorschroevendraaier heeft een elektronische
rem die onmiddellijk de spil stopt, na het loslaten
van de hoofdschakelaar (9). Deze rem verzekert
nauwkeurig schroeven en boren, en laat de
vrije rotatie van de spil niet toe wanneer het
uitgeschakeld is.
WERKING / INSTELLINGEN
AAN- / UITZETTEN
Aanzetten – druk op de hoofdschakelaar (9).
Uitzetten – maak de hoofdschakelaar (9) vrij.
Elk indrukken van de hoofdschakelaar (9) laat de
diode (LED) (10) die het werkplek verlicht branden.
INSTELLEN VAN HET TOERENTAL
De boor- en schroefsnelheid kan tijdens het werk
worden ingesteld door het verhogen/verlagen van
de druk op de schakelaar (9). Toerentalregeling
maakt trage start mogelijk, wat bij het boren van
gaten in gips of glazuur het slippen van de boor
voorkomt en bij schroeven/losschroeven helpt het
werk te controleren.
OVERBELASTINGSKOPPEL
Het plaatsen van de ring voor instellen van
het krachtmoment (3) in de gekozen toestand
veroorzaakt het duurzaam instellen van de koppel
op het bepaalde krachtmoment. Na het bereiken
van de waarde van het ingestelde krachtmoment
de overbelastingskoppel gaat automatisch uitgezet
worden. Op die manier gaat de schroef niet te diep
en de boorschroevendraaier niet beschadigd raakt.
134