2 . Nadat het product in de testmodus NFe of Fe is
gekalibreerd, slaat het product de resulterende
kalibratiegegevens automatisch op in deze testmodus . De
kalibratiegegevens gaan niet verloren, zelfs niet als het
product is uitgeschakeld of als u de batterij vervangt .
3 . Als u het product echter opnieuw kalibreert in dezelfde
testmodus, worden de bestaande kalibratiegegevens
die in deze testmodus zijn opgeslagen overschreven
door de nieuwe kalibratiegegevens . Alleen de laatste
kalibratiegegevens van alle kalibratiegegevens die
in de testmodus NFe zijn ontvangen, kunnen in de
testmodus NFe worden bewaard . Alleen de laatste
kalibratiegegevens van alle kalibratiegegevens die in de
testmodus Fe zijn ontvangen, kunnen in de testmodus Fe
worden bewaard .
Kalibratieprocedure
1 . Schakel het product uit .
2 . Houd de toets UNIT
3 . Druk op de toets TEST
4 . Laat alle toetsen los .
5 . Druk op de toets UNIT om de testmodus NFe of Fe te
selecteren .
ingedrukt .
4 ]
[
en laat deze weer los .
3 ]
[
NL/BE
115