ControlWave
procesautomatisering
Gebruik dit document met instructies voor veilig gebruik
samen met de
Handleiding ControlWave Micro controller
voor procesautomatisering
Alle aandachtspunten en omschrijvingen met betrekking
tot de installatie en het verhelpen van storingen vindt u
in deze handleiding.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik van de
ControlWave Micro
Aansluitingen op de RS-232- of RS-485-
communicatiepoort moeten mechanisch worden
bevestigd met passende schroefverbindingen zodat
losraken of loskoppeling tijdens het gebruik wordt
voorkomen.
Bij gebruik van ethernetverbindingen moet de RJ45
(ethernet)-aansluiting voorzien zijn van een
contrastekker met een degelijke veiligheidsklem
zodat losraken of loskoppeling tijdens het gebruik
wordt voorkomen.
De USB-connector op de IEC 62591-module mag
alleen worden gebruikt indien vaststaat dat de
ruimte ongevaarlijk (niet brandgevaarlijk) is.
Installeer de ControlWave Micro in een gepaste
behuizing met ATEX-goedkeuring en
beschermingsgraad van ten minste IP54 die goede
toegang biedt aan gereedschappen.
De ruimte waar de apparatuur wordt gebruikt moet
conform IEC 60664-1 minstens contaminatiegraad 2
zijn (dat wil zeggen dat de omgeving geen
conductieve contaminatie mag bevatten en de
apparatuur binnen of op een beschutte locatie dient
te worden geïnstalleerd).
De apparatuur kan in zone 2 met brandbare gassen
gebruikt worden.
De apparatuur kan gebruikt worden met
brandgevaarlijke gassen en dampen met
apparatuurgroep IIC, IIB of IIA en temperatuurklasse
T1, T2, T3 of T4.
Energy and Transportation Solutions
Micro controller voor
®
Afbeelding 1. Typeplaatje ControlWave Micro (ATEX-versie afgebeeld)
(onderdeel D301392X012).
Instructies voor veilig gebruik – ControlWave Micro
Onderdeelnummer D301761X012
De apparatuur is gecertificeerd voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van -40 °C ≤ T
en mag buiten dit bereik niet worden gebruikt.
De installatie van deze apparatuur dient te worden
uitgevoerd door personeel met een gepaste
opleiding, in overeenstemming met de toepasselijke
regelgeving (met name EN 60079-14).
Monteren of demonteren van deze apparatuur is
niet vereist.
De juiste werking hoeft met betrekking tot veiligheid
niet te worden gecontroleerd.
Aanpassing door de gebruiker is niet vereist.
Regelmatige periodieke inspectie van deze
apparatuur dient te worden uitgevoerd door
personeel met een gepaste opleiding, in
overeenstemming met de toepasselijke regelgeving,
om te verzekeren dat de apparatuur in goede staat
verkeert.
Het is niet de bedoeling dat de gebruiker de
apparatuur repareert. Reparatie van deze
apparatuur dient te worden uitgevoerd door de
fabrikant of diens erkende vertegenwoordigers in
overeenstemming met de van toepassing zijnde
regelgeving.
De apparatuur bevat geen onderdelen die de klant
kan vervangen.
Onder bepaalde extreme omstandigheden kunnen
de niet-metallische onderdelen in de behuizing van
deze apparatuur een zodanig sterke elektrostatische
lading afgeven dat deze ontsteking kan veroorzaken.
Daarom dient de apparatuur uitsluitend met een
vochtige doek te worden gereinigd.
Januari 2024
≤ +70 °C
omg