Descargar Imprimir esta página

Emerson ControlWave Micro Instrucciones Para Un Uso Seguro página 30

Ocultar thumbs Ver también para ControlWave Micro:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 31
Instructies voor veilig gebruik – ControlWave Micro
Onderdeelnummer D301761X012
Januari 2024
uitbreidingsbehuizing moet een aarddraad worden
gelegd van de aardverbinding op de basisbehuizing
naar een bekend goed massapunt. Alle
aardvoorzieningen moeten een staaf- of
roosterimpedantie van niet meer dan 2,0 ohm hebben,
gemeten met een aardtester. De aardingsgeleider mag
een maximale weerstand van 1 ohm hebben tussen de
behuizingsaarde van de ControlWave Micro en de
aardingsstaaf of het -rooster.
NB
Na installatie van de PSSM in de
basisbehuizing moet een kabel van
1,63 mm (14 AWG) worden gelegd van
de stroomaansluiting TB1-3 (aarde)
naar hetzelfde bekende massapunt.
Als de impedantie tussen de leiding en aarde groter is
dan 2 ohm, moet de ControlWave Micro elektrisch
geïsoleerd worden en moet een aardingsstaaf of
aardingsroostersysteem worden geïnstalleerd.
Voor de I/O-signaalbedrading wordt een geïsoleerde,
afgeschermde, getwiste, tweeaderige kabel
aanbevolen. De getwiste twee aders en de
afscherming beperken door elektromagnetische
storingen, radiofrequentiestoringen en
overgangsstromen veroorzaakte foutsignalen tot een
minimum.
Installeer en configureer de module met de
5.
stroombron en sequencer (PSSM). Raadpleeg de
Instructiehandleiding voor ControlWave Micro
controllers voor procesautomatisering
voor specifieke aanwijzingen aangaande de
configuratie van de PSSM voor de vereisten van uw
locatie.
Installeer en configureer de CPU, de
6.
communicatieverbindingen en de I/O-modules.
Raadpleeg de
Instructiehandleiding voor ControlWave
Micro controllers voor procesautomatisering
(D301392X012) voor specifieke aanwijzingen
aangaande de configuratie van deze modules voor de
vereisten van uw locatie.
Sluit de ControlWave Micro aan op de voeding, de
7.
I/O-instrumenten en de communicatieapparatuur.
Alle externe aansluitingen (of veldklemmen) bevinden
zich op het klemmenbord. Op het klemmenbord kan
bekabeling tot maximaal 1,63 mm (14 AWG) worden
gebruikt.
De connectors van de ControlWave Micro zijn
drukklemmen. De klem voor de ingangsspanning (IN+ /
IN–) heeft een verwijderbare connector en hiervoor kan
bekabeling tot maximaal 1,63 mm (14 AWG) worden
gebruikt. In alle gevallen moeten de aansluitingen als
volgt worden gemaakt: strip het uiteinde van de ader
(max. 6 mm), steek het gestripte uiteinde van de ader in
4
NB
8.
9.
10.
(D301392X012)
11.
12.
onder het klemplaatje onder de aansluitschroef en draai
dan de schroef aan tot 0,25 Nm.
Er dient zo min mogelijk ongeïsoleerde ader
vrijgelaten te worden om kortsluiting te voorkomen.
Laat de draden bij de aansluitingen iets langer om
trekbelasting te voorkomen.
:
Let op: De verbindingsschroeven niet te strak
aandraaien.
Controleer of de polen correct zijn aangesloten
vóór de stroom wordt ingeschakeld.
Schakel de ControlWave Micro in.
Stel de ControlWave Micro in bedrijf door met de
ControlWave Designer-software een ControlWave-
project aan te maken dat voldoet aan de vereisten
van uw specifieke toepassing. Download het project
naar de eenheid. Stel vervolgens de
configuratieparameters in met het hulpprogramma
voor flash-configuratie.
NB
Zie voor een overzicht van dit proces en
verwijzingen naar andere relevante
documenten de
Beknopte installatiegids voor
de ControlWave Micro
Als u problemen ondervindt die met de hardware te
maken lijken te hebben, controleert u de
bekabeling. Als u daarna nog steeds problemen
ondervindt, vraag dan toestemming aan het
plaatselijke verkoopkantoor voor retourzending.
De ControlWave Micro uit bedrijf nemen:
Controleer of de omgeving veilig is.
Schakel de stroom naar de eenheid uit.
Haal alle externe kabelverbindingen los.
Haal de ControlWave Micro uit de behuizing.
Plaats de ControlWave Micro in een doos voor
verzending of vervoer.
www.Emerson.com/SCADAforEnergy
(D301425X012).

Publicidad

loading