stroom is uitgeschakeld. De stekker mag pas uit het stopcontact worden gehaald
als er geen lucht meer uit de uitlaat stroomt.
2.
1 De TIMER knop kan ingedrukt worden om een timer in te stellen wanneer het
apparaat uitschakelt.
2 Wanneer de timer is ingesteld, gaat de timerindicator branden. Wanneer de
timer ingesteld is, toont het display gedurende 3 seconden de huidige ingestelde
timergegevens en schakelt dan over naar de weergave van het huidige
vochtigheidsniveau.
3 Als de timerknop 3 seconden wordt ingedrukt, kan het kinderslot
worden in- of uitgeschakeld (als de stroom plotseling wordt uitgeschakeld en
vervolgens weer inschakelt, zal het apparaat het kinderslot niet onthouden). „
3.
Druk op de ONTVOCHTIGING knop om de luchtvochtigheid in te stellen:
CO→40%→45%→50%→55%→60%→65%→70%→75%→80%, CO staat voor
continue ontvochtiging.
4.
1 Druk op de MODE knop om de modus in te stellen op
1 (Laag) - 2 (Gemiddeld) - 3 (Hoog) - Auto.
2 Als het apparaat alleen in de ventilatormodus werkt, druk dan op de knop om
het ventilatorniveau in te stellen op 1 (Laag)-2 (Gemiddeld)-3 (Hoog).
2 Als het apparaat 360 uur onafgebroken werkt, toont het display de P3-code
om de gebruiker eraan te herinneren het filter te reinigen. Druk vervolgens 3
seconden op de knop om de P3-code te reinigen, waarna de P3-code verdwijnt
en het display het huidige omgevingstemperatuurniveau weergeeft.
5.
Druk op de knop SWING om de swingfunctie in of uit te schakelen.
6.
Druk op de FAN knop om de ventilatorfunctie aan/uit te zetten.
Wanneer het apparaat in de ventilatorfunctie staat, kan de gebruiker op de knop
SPEED drukken om de ventilatorsnelheid in te stellen op 1(laag)-2(medium)-
3(hoog).
7.
Piep aan/uit-knop:
Wanneer het apparaat in werking is, druk dan gedurende 3 sec op de SWING en
TIMER knop om de pieptoon aan of uit te zetten.
8.
Vochtigheidsniveau-indicator:
Wanneer de vochtigheid≤59% is, licht de indicator groen op;
Als de luchtvochtigheid ≥60% is, branden de lampjes oranje;
Wanneer de vochtigheid ≥70% is, branden de lampjes rood.
WAARSCHUWING VOLLE WATERTANK
Wanneer de watertank van het apparaat vol is, klinkt er gedurende 10 keer een signaal
en gaat het controlelampje voor volle watertank branden. De unit stopt dan onmiddellijk
met werken. Zorg ervoor dat het waterreservoir wordt geleegd en correct wordt
teruggeplaatst in de unit. Het apparaat hervat daarna zijn werking in de laatst ingestelde
modus.
GEHEUGENFUNCTIE
(1) Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld en vervolgens in stand-by staat, onthoudt
het de laatste instelling en start dat programma op wanneer het apparaat weer wordt
1
ingeschakeld.
88
(2) Als de stroom uitvalt terwijl het apparaat is ingeschakeld, onthoudt het apparaat ook
de laatste instelling voor wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld.
(3) Wanneer het kinderslot en de timer zijn ingesteld, schakelt het apparaat uit wanneer
de tijd is verstreken. Op dat moment onthoudt het apparaat het kinderslot niet, want
als het opnieuw wordt ingesteld, moet het opnieuw worden geactiveerd.
STORING SYNC-MOTOR:
Wanneer de sync-motor uitvalt, toont het apparaat de foutcode C4. De hoofdmotor,
syncmotor en hete luchtmotor stoppen na 10 minuten met werken.
Foutcode
Aanleiding
NTC1 is open of kapot gesneden
C1
NTC 2 is open of kortgesloten
C2
NTC1 & NTC 2 zijn open of kortgesloten
C3
Synchronisatiemotor is defect
C4
Waarschuwing voor reinigen voorfilter
P3
Temperatuur- en vochtigheidssensor is defect
88
BESCHERMING TEGEN OMVALLEN
Het apparaat heeft een verwarming binnenin. Om oververhitting te voorkomen is het
apparaat uitgerust met een kantelschakelaar die automatisch uitschakelt als het apparaat
omvalt."
CONTINUE AFVOERFUNCTIE
De luchtontvochtiger heeft een doorlopend afvoergat dat aangesloten kan worden
op een plastic buis van 2m lang. Het water kan afgevoerd worden naar een gootsteen
of grotere bak. Dit apparaat gebruikt de zwaartekracht om het verzamelde water
af te voeren en daarom moet de afvoer lager staan dan de waterafvoer van de
luchtontvochtiger. Zorg ervoor dat de afvoerpijp naar beneden loopt en het water er
soepel uit kan stromen. Knik of buig de pijp niet."
SCHOONMAKEN VAN HET FILTER
De luchtinlaat kan gemakkelijk stof verzamelen, dus maak het regelmatig schoon met
een zachte, vochtige doek. Als het filter bedekt is met stof, worden de luchtstroom
en de prestaties van het apparaat beïnvloed. Het kan zelfs schade aan het apparaat
veroorzaken. We raden aan de filters regelmatig schoon te maken. De stekker van de
luchtontvochtiger moet uit het stopcontact gehaald worden voor onderhoud en de filters
moeten volledig gedroogd zijn voor gebruik.
1) Verwijder de filters uit het apparaat en dep het stof weg.
2) Maak het gaasfilter schoon met een stofzuiger of zachte borstel. Als zich vuil en vet
hebben opgehoopt, was het gaasfilter dan in een heet sopje.
3) Dit moet goed drogen voordat u het filter terugplaatst in het apparaat."
1
89