indicaciones de advertencia que aparecen en
las otras secciones de estas instrucciones.
Estas indicaciones están resaltadas óptica-
mente por medio de símbolos.
Importante: observe las prescripciones
de seguridad, en caso contrario se
extingue toda garantía.
Descripción del dispositivo
Propiedades de seguridad:
El dispositivo básico cumple los requisitos de
seguridad siguientes:
• El cableado está estructurado de forma
redundante con autosupervisión.
• La instalación de seguridad permanece
activa aun cuando falla uno de los
componentes.
• Las salidas de seguridad son verificadas
periódicamente por medio de una
comprobación de desconexión.
• Los contactos de relé cumplen los
requerimientos necesarios para una
separación segura, gracias a un aislamien-
to reforzado, respecto a los restantes
circuitos eléctricos del sistema de
seguridad.
Características del dispositivo:
• 20 entradas para la conexión de PARADA
DE EMERGENCIA, pulsador de dos
manos, puerta protectora, barrera
fotoeléctrica, escáner, interruptor de
autorización, PSEN, interruptor de
selección de modos de funcionamiento
• posibilidad de conexión para alfombras de
seguridad según EN 954-1, 12/96, cat. 3
• Salidas en técnica de semiconductores:
- 2 salidas de seguridad según
EN 954-1, 12/96, cat. 4 ó
4 salidas de seguridad según
EN 954-1, 12/96, cat. 3
- 1 salida auxiliar
• Salidas de relé:
1 contacto de seguridad según
EN 954-1, 12/96, cat. 4 ó
2 contactos de seguridad según
EN 954-1, 12/96, cat. 2
• 4 salidas de impulso
• 1 entrada y salida de cascada, categoría 4
• Salida de cascada también configurable
como salida para funciones estándar
• Configurable con PNOZmulti Configurator
• Posibilidad de conectar como máx. 12
módulos de ampliación y 1 módulo de bus
de campo (sólo PNOZ m1p, PNOZ m1p
coated version)
• Indicaciones de estado
• Supervisión de derivación mediante
salidas de impulso en las entradas
• Supervisión de derivación entre las salidas
de seguridad
• Bornes insertables, opcionalmente con
conexión de resorte o de tornillo
Descripcion del funcionamiento
Modo de trabajo:
El modo de funcionamiento de las entradas y
salidas del sistema de seguridad depende
del circuito de seguridad elaborado mediante
el PNOZmulti Configurator. El circuito de
seguridad es transferido a la tarjeta de chip
del dispositivo básico por medio de una
tarjeta de chip o a través del interface serie
RS 232 (cable null módem).
El dispositivo básico tiene 2 micro-
controladores que se supervisan mutuamen-
te. Los microcontroladores evalúan los
circuitos de entrada del dispositivo básico y
de los módulos de ampliación y, dependien-
do de ello, conmutan las salidas de los
Osservare le avvertenze riportate nelle altre
sezioni delle presenti istruzioni. Queste
indicazioni sono evidenziate da simboli.
Importante: osservare le disposizioni
per la sicurezza, poiché in caso
contrario decadrà qualsiasi diritto di
garanzia.
Descrizione del dispositivo
Caratteristiche di sicurezza:
Il dispositivo base risponde ai seguenti
requisiti di sicurezza:
• Il circuito è strutturato in modo ridondante
con autocontrollo.
• Il dispositivo di sicurezza funziona anche
in caso di guasto di un componente.
• Le uscite di sicurezze vengono verificate
ad intervalli regolari tramite un test di
disinserzione.
• I contatti dei relè soddisfano i requisiti
relativi alla separazione sicura da tutti gli
altri circuiti elettrici del sistema di sicurezza
tramite isolamento rinforzato.
Caratteristiche del dispositivo:
• 20 ingressi per il collegamento dell'ARRE-
STO DI EMERGENZA, pulsante
bimanuale, riparo mobile, barriera
fotoelettrica, scanner, comando di enable,
PSEN, selettore modi operativi
• Possibilità di collegamento per tappeto di
protezione secondo la norma EN 954-1,
12/96, Cat. 3
• Uscite a semiconduttore:
- 2 uscite di sicurezza secondo
EN 954-1, 12/96, Cat. 4 oppure
4 uscite di sicurezza secondo
EN 954-1, 12/96, Cat. 3
- 1 uscita ausiliaria
• Uscite relè:
1 contatto di sicurezza secondo
EN 954-1, 12/96, Cat. 4 oppure
2 contatti di sicurezza secondo
EN 954-1, 12/96, Cat. 2
• 4 uscite di trigger
• 1 ingresso e uscita in cascata, cat. 4
• Uscita in cascata configurabile anche
come uscita per funzioni standard
• Configurabile con il PNOZmulti
Configurator
• max. 12 moduli di espansione e 1 modulo
fieldbus collegabili (solo PNOZ m1p,
PNOZ m1p coated version)
• Visualizzazioni di stato
• Rilevamento del cortocircuito trasversale
mediante uscite di trigger sugli ingressi
• Rilevamento del cortocircuito trasversale
tra le uscite di sicurezza
• Morsetti inseribili, a scelta con collegamen-
to a molla o collegamento a vite
Descrizione del funzionamento
Modalità di lavoro:
Il funzionamento degli ingressi e delle uscite
del sistema di sicurezza dipende dal circuito
di sicurezza creato con il PNOZmulti
Configurator. Il circuito di sicurezza viene
trasmesso con l'ausilio di una chip card o
tramite l'interfaccia seriale RS 232 (cavo di
modem nullo) alla chip card del dispositivo
base.
Il dispositivo base è dotato di 2 micro-
controller che si controllano reciprocamente.
Essi monitorano i circuiti di ingresso del
dispositivo base e dei moduli di espansione,
attivando di conseguenza le uscite del
dispositivo base e dei moduli di espansione. I
- 2 -
Neem altijd de waarschuwingen in de andere
paragrafen in deze gebruiksaanwijzing in
acht. Deze waarschuwingen zijn met
symbolen geaccentueerd.
Belangrijk: Neem de veiligheids-
voorschriften in acht, anders vervalt
elke garantie.
Apparaatbeschrijving
Veiligheidseigenschappen:
De basismodule voldoet aan de volgende
veiligheidseisen:
• De schakeling is redundant met zelf-
bewaking opgebouwd.
• Ook bij uitvallen van een component blijft
de veiligheidsschakeling werken.
• De veiligheidsuitgangen worden door een
uitschakeltest periodiek gecontroleerd.
• De relaiscontacten voldoen aan de eisen
voor veilige scheiding door versterkte
isolatie ten opzichte van alle andere
circuits van het veiligheidssysteem.
Apparaatkenmerken:
• 20 ingangen voor het aansluiten van
noodstopknoppen, tweehanden-
bedieningsknoppen, hekken, licht-
schermen, scanners, toestemmings-
schakelaars, PSEN,
bedrijfsmoduskeuzeschakelaars
• Aansluitmogelijkheid voor schakelmatten,
volgens EN 954-1, 12/96, cat. 3
• Uitgangen in halfgeleidertechniek:
- 2 veiligheidsuitgangen volgens
EN 954-1, 12/96, cat. 4 of
4 veiligheidsuitgangen volgens
EN 954-1, 12/96, cat. 3
- 1 hulpuitgang
• Relaisuitgangen:
1 veiligheidscontact volgens
EN 954-1, 12/96, cat. 4 of
2 veiligheidscontacten volgens
EN 954-1, 12/96, cat. 2
• 4 testpulsuitgangen
• 1 cascadeeringang en -uitgang, cat. 4
• Cascadeeruitgang tevens te configureren
als uitgang voor standaardfuncties
• Configureerbaar met PNOZmulti
Configurator
• Max. 12 uitbreidingsmodulen en 1
veldbusmodule aan te sluiten (uitsluitend
PNOZ m1p, PNOZ m1p coated version)
• Status-LED's
• Detectie van onderlinge sluiting door
testpulsuitgangen op de ingangen
• Bewaking van onderlinge sluiting tussen
de veiligheidsuitgangen
• steekbare klemmen, naar keuze met veer-
of schroefaansluiting
Functiebeschrijving
Werking:
De werking van de in- en uitgangen van het
veiligheidssysteem hangt af van de
veiligheidsschakeling die met de PNOZmulti
Configurator gemaakt is. De veiligheids-
schakeling wordt met behulp van een
chipkaart of via de seriële poort RS-232
(nulmodemkabel) naar de chipkaart in de
basismodule overgestuurd.
De basismodule heeft 2 micro-controllers die
elkaar bewaken. Ze bewaken de ingangs-
circuits van de basismodule en de
uitbreidingsmodulen en schakelen afhankelijk
daarvan de uitgangen van de basismodule en
de uitbreidingsmodulen. De LED's op de