8.3 VERBINDING MET DE WATERLEIDING
Voed het apparaat met drinkwater. De voedingsdruk van het
water moet tussen 150 kPa en 300 kPa liggen. Gebruik een
drukverlager als de voedingsdruk hoger is dan de aangegeven
maximumdruk.
• Installeer bovenstrooms van het apparaat, op een gemakke-
lijk te bereiken plaats, een mechanisch fi lter en een afslu-
itkraan.
• Tap eventuele ijzerdeeltjes af uit de aansluitleidingen alvo-
rens het fi lter en het apparaat te verbinden.
• Maak de niet verbonden aansluitpunten dicht met een goed
sluitende dop.
• Controleer na de aansluiting of er geen lekken zijn op de ver-
bindingspunten.
8.4 VERBINDING MET DE WATERAFVOERPUNTEN
De afvoerleidingen moeten worden gerealiseerd met materia-
len die bestand zijn tegen een temperatuur van 100 °C. De
onderkant van het apparaat mag niet worden geraakt door de
damp die veroorzaakt wordt door de afvoer van heet water.
9 INBEDRIJFSTELLING
Zie het hoofdstuk "INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD".
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert belangrijke
informatie over de veiligheid bij de installatie, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
• Bewaar deze handleiding op een veilige, bekende plaats, om
haar altijd te kunnen raadplegen zolang het apparaat mee-
gaat.
• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalifi ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door
de fabrikant, in overeenstemming met de geldende veili-
gheidsvoorschriften en de instructies in deze handleiding.
• Maak voor assistentie uitsluitend gebruik van door de fabri-
kant erkende technische centra, en sta op het gebruik van
originele vervangingsonderdelen.
• Laat minstens tweemaal per jaar onderhoud plegen op het
apparaat. Geadviseerd wordt om een onderhoudscontract af
te sluiten.
• Het apparaat is bestemd voor professioneel gebruik en moet
worden bediend door opgeleide personen.
• Het apparaat is bestemd voor het bereiden van voedsel in
overeenstemming met de gebruiksaanwijzingen. Ieder ander
gebruik is oneigenlijk.
• Laat het apparaat niet gedurende lange periodes leeg
werken. Voor het gebruik moet het apparaat worden voor-
verwarmd.
• Houd het apparaat tijdens de werking in het oog.
• In het geval van een storing of een defect in het apparaat
moet de gaskraan worden dichtgedraaid en/of moet de ho-
ofdschakelaar van de elektrische voeding, die bovenstrooms
van het apparaat geplaatst is, worden uitgeschakeld.
• Voer de reiniging uit volgens de instructies in het hoofdstuk
"INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING".
• Houd geen ontvlambare materialen in de buurt van het appa-
raat. BRANDGEVAAR.
• De kinderen zouden moeten worden gecontroleerd om ervo-
or te zorgen dat zij niet met het toestel spelen.
• Dit toestel is niet voorgenomen voor gebruik door personen
(met inbegrip van kinderen) met verminderde fysieke, sen-
sorische of geestelijke mogelijkheden, of onervarenheid en
kennis, tenzij zij supervisie of instructie betreffende gebruik
van het toestel door een persoon verantwoordelijk voor hun
veiligheid zijn gegeven.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
10 GEBRUIK VAN GLASKERAMIEK
Let op: Gebruik uitsluitend pannen met een platte bodem en
een diameter die geschikt is voor de kookzone. De onderkant
van de pannen moet schoon, glad en droog zijn, om krassen
in het oppervlak van de glaskeramiekplaat te vermijden. Leg
geen aluminiumfolie of plastic voorwerpen op de warme opper-
vlakken van de glaskeramiekplaat.
De glaskeramiekplaat mag in geen geval worden gebruikt om
voorwerpen op te zetten.
AAN- EN UITZETTEN VAN DE VERHITTING
De bedieningsknop van de stralingselementen kan in de vol-
gende standen worden gebruikt:
0 Uit
1 Laagste stand
2...5 Middelste stand
6 Hoogste stand
Aanzetten
• Draai de knop in de gewenste kookzone om. Let op: Er gaat
een lampje onder de vitrokeramische kookplaat dat aangeeft
dat de temperatuur van de kookzone hoger is dan 50°C.
Uitzetten
• Draai de knop van de keuzeschakelaar in de stand " 0 ".
11
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE OVEN
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
• Het apparaat is bestemd voor de bereiding van voedsel dat
op de meegeleverde roosters wordt gezet
• Laat de ovendeur tijdens het gebruik niet open of op een kier.
• Het apparaat is voorzien van een handmatig terug te stellen
veiligheidsthermostaat die de verwarming uitschakelt wan-
neer de bedrijfstemperatuur boven de maximaal toegestane
temperatuur stijgt.
• Ventilator in de ovenruimte, waardoor voedselontdooid (lucht
op kamertemperatuur) ofgekookt kan worden met gedwon-
gen convectie(warme lucht); (mod. Geventileerde oven).
AAN- EN UITZETTEN VAN DE VERHITTING
De werking van de elektrische oven wordt bestuurd met twee
bedieningsknoppen (om het type verhitting en de bereiding-
stemperatuur in te stellen). Een geel controlelampje signaleert
dat de verwarmingselementen in werking zijn.
De bedieningsknop van de keuzeschakelaar kan in de volgen-
de standen worden gebruikt:
0 Uit
Verhitting bovenste element (gril) ingeschakeld
37