nEDERLanDs
Vermogenmeter (Afb. B)
Er zijn D
WALT-accu's met een vermogenmeter en deze bestaat
e
uit drie groene LED-lampjes die een aanduiding geven van de
hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
U kunt de vermogenmeter inschakelen door de knop van
de vermogenmeter
20
in te drukken. Een combinatie van
de drie groene LED-lampjes gaat branden en dat geeft een
aanduiding van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
Wanneer de lading in de accu onder het bruikbare niveau
ligt, gaat de vermogenmeter niet branden en moet de accu
worden opgeladen.
OpMERkIng: De brandstofmeter geeft slechts een indicatie
van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. De meter
geeft geen aanwijzingen over de functionaliteit van het
gereedschap en is onderhevig aan schommelingen afhankelijk
van productcomponenten, temperatuur en de toepassing door
de eindgebruiker.
Bithouders wisselen (Afb. C)
1. Draai de vergrendelkraag
behuizing te ontgrendelen.
2. Trek de neus
uit de behuizing.
4
3. Om te verwijderen:
a. Pak de bithouder
22
vast.
b. Druk het in de behuizing terwijl u de kraag indrukt
c. Draai de bithouder tot de koppeling vastslaat.
d. Trek de bithouder naar buiten terwijl u de kraag
ingedrukt houd.
4. Duw en draai de nieuwe bithouder in de behuizing terwijl u
de kraag ingedrukt houd, tot de vergrendeling in de groef van
de bithouderschacht klikt.
5. Herplaats de neus
4
door deze in de behuizing te plaatsen
en 1/4 slag te draaien, zodat de pijl op de behuizing op één lijn
staat met het vergrendelingssymbool op de kraag.
Bits wisselen (Afb. C)
1. Draai de vergrendelkraag
behuizing te ontgrendelen.
2. Trek de neus
naar voren en verwijder deze uit
4
de behuizing.
3. Gebruik een tang om een versleten bit te verwijderen en
plaats een nieuw bit.
Diepte instelling
Volg de markering op de kraag om de bevestigingsdiepte te
verhogen of te verlagen. Draai de kraag naar rechts om de
schroef dieper in het werkstuk te schroeven. Draai de kraag naar
links om de schroef minder diep in het werkstuk te schroeven.
Voor ingebruikneming
1. Controleer dat uw accu (geheel) is opgeladen.
2. Plaats de geschikte accessoire voor de aandrijving.
3. Selecteer de rotatie vooruit of achteruit.
4. Stel de geschikte aandrijfdiepte in.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies
en van toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, zet u het gereedschap uit en
ontkoppelt u de accu, voordat u enige aanpassing maakt
44
3
1/4 slag om de neus uit de
21
3
1/4 slag om de neus uit de
of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Het
onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
Juiste handpositie (Afb. D)
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig
persoonlijk letsel, plaats ALTIJD uw handen in de juiste positie,
zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig persoonlijk
letsel, houd het gereedschap ALTIJD stevig vast, zodat u bent
voorbereid op een plotselinge terugslag.
Voor de juiste handpositie zet u één hand op de achterkant van
de handgreep. Pas op dat u de luchtgaten niet blokkeert
In- en uitschakelen (Afb. A)
1. U kunt het apparaat in werking zetten door op de schakelaar
voor variabele snelheid te drukken
op de schakelaar voor variabele snelheid bepaalt de snelheid
van het gereedschap.
2. Als u het gereedschap wilt laten stoppen laat u de schakelaar
voor de variabele snelheid los
Vergrendelingsknop
Om de aan/uit-schakelaar
drukt u op de aan/uit-schakelaar en daarna op de
vergrendelingsknop
gereedschap uit te schakelen als deze is vergrendeld, drukt u
.
eenmaal op de aan/uit-schakelaar en laat u deze los. U kunt
horen en zien dat de vergrendelingsknop naar beneden schuift.
VOORZICHTIG: Controleer voordat u het gereedschap
gebruikt (elke keer) dat het vergrendelingsmechanisme vrij kan
bewegen. Zorg ervoor dat u het vergrendelingsmechanisme
ontgrendeld voordat u de accu verwijderd. Als u dit niet doet zal
het gereedschap meteen starten zodra de accu wordt geplaatst.
Dit kan schade of letsel tot gevolg hebben.
Schroeven (Afb. A, D)
Voor het beste resultaat, houdt u de schroevendraaier vast met
uw hand op één lijn met de schroef en drukt u op de variabele
snelheid schakelaar met de laatste één of twee vingers van uw
hand. Dit verminderd de kans dat de schroef uit het hulpstuk
schuift wanneer er druk op wordt uitgeoefend.
Om de schroef vast te draaien, plaatst u het op het bit en drukt
u de variabele snelheid schakelaar in en duwt u de schroef met
een soepele, doorlopende beweging in het werkstuk. Als de
schroef vastzit, zal de koppeling automatisch ontkoppelen.
1. Plaats het bit in de bithouder.
2. Stel de diepte instelling in
3. Controleer de juiste draairichting en startpositie van de
schroevendraaier en plaats een schroef op het bit.
4. Druk tegen het werkoppervlak om de schroef vast te
schroeven tot de diepte instelling het werkoppervlak aanraakt.
De schroevendraaier ratelt automatisch en trekt het bit uit
de schroef.
5. Deze schroevendraaier met diepteinstelling is geschikt voor
het schroeven van gipsschroeven.
Onthoud voor DEZE diepte gevoelige koppeling
a.u.b. dat:
• Het bit niet draait totdat er op het apparaat wordt gedrukt.
Druk om in te schakelen.
• De aan/uit-schakelaar werkt niet tot het gereedschap in de
voorwaartse of achterwaartse positie staat.
7
. De druk die u uitoefent
7
.
7
in de aan-stand te vergrendelen,
9
. Het gereedschap blijft draaien. Om het
.
1
23
.