Storing, oorzaak en oplossing
11
Storing, oorzaak en oplossing
Storing
X-zone 5500 kan niet worden geladen.
Accucapaciteit is laag.
Geen draadloze verbinding tussen de
X-zone 5500.
Kabelverbinding werkt niet.
Alarmcontact schakelt niet.
Pompmodus werkt niet.
Pompstoring tijdens gebruik.
Flowtest is mislukt.
176
Oorzaak
Stekker van het laadapparaat maakt
geen goed contact met de X-zone 5500.
Inductief laden werkt niet, omdat de
afstand tussen X-zone 5500 en lader te
groot is.
Accu is niet geheel opgeladen.
Accu niet regelmatig geladen.
Buitentemperatuur is zeer laag.
Buitentemperatuur is zeer hoog.
Accu is defect.
Inductief laden werkt slecht, omdat de
afstand tussen X-zone 5500 en lader te
groot is.
Draadloze verbinding is niet geactiveerd. Draadloze verbinding met behulp van de
De afzonderlijke X-zone 5500 staan ver
van elkaar verwijderd.
Draadloze verbinding wordt bemoeilijkt
door industriële omgeving: bijv. stalen
wanden.
X-zone 5500 wordt afgedekt door
geleidend materiaal (bijv. metaalgaas).
Netnummer van X-zone 5500 is
verschillend.
Draadloze frequentie van X-zone 5500 is
verschillend.
Kabelstekker niet juist ingestoken,
kabelbezetting foutief of kabelbreuk.
Kabelstekker niet juist ingestoken,
kabelbezetting foutief of kabelbreuk.
Verkeerde houder (diffusie) geplaatst.
Condensatie in koude en vochtige
aanzuiglucht.
Pomp buiten het gespecificeerde bereik. Pomp door DrägerService laten
Flowtest werd niet uitgevoerd.
Houder (pomp of X-am 5100) is niet juist
geplaatst.
Oplossing
Let erop dat de stekker van het
laadapparaat goed is ingestoken.
Accu-LED controleren.
Afstand controleren, evt. vervuiling
verwijderen.
Accu minstens 14 h - 24 Ah opladen.
Accu ook in uitgeschakelde toestand
regelmatig, minstens om de 2 maanden
opladen.
X-zone 5500 opwarmen.
Eventueel beschermkast gebruiken.
Accu door DrägerService laten
controleren.
Afstand controleren, evt. vervuiling
verwijderen.
PC-software Dräger CC-Vision activeren
(zie hoofdstuk op pagina 174).
De verschillende X-zone 5500 dichter bij
elkaar zetten.
Additionele apparaten in de lijn plaatsen.
X-zone 5500 hoger opstellen, indien
nodig sokkel (bestelnr. 83 20 645)
gebruiken.
De verschillende X-zone 5500 dichter bij
elkaar zetten.
Additionele apparaten in de lijn plaatsen.
X-zone 5500 met communicatiekabel
verbinden (zie hoofdstuk 5 op
pagina 166).
Let erop dat de apparaten vrijstaan.
X-zone 5500 met hetzelfde netnummer
gebruiken. Het netnummer kan met
behulp van de PC-software Dräger CC-
Vision worden geconfigureerd (zie
hoofdstuk op pagina 174).
Meerdere X-zone 5500 met dezelfde
radiofrequentie gebruiken.
Kabelaansluiting, -bezetting controleren.
Let erop dat de kabelstekker goed is
ingestoken.
Kabelaansluiting, -bezetting controleren.
Let erop dat de kabelstekker goed is
ingestoken.
Houder (pomp) plaatsen.
Slangenset met waterfilter (bestelnr. 83
21 527) gebruiken.
controleren.
Flowtest uitvoeren, evt. opnieuw
uitvoeren.
Houder (pomp of X-am 5100) opnieuw
plaatsen en erop letten dat deze correct
vastzit.
Dräger X-zone 5500