Bedienings- En Veiligheidsmaatregelen - Ingersoll Rand RM051S Serie Manual Del Operador

= Gevaren of onveilige praktijken die
WAARSCHUWING
kunnen leiden tot ernstige letsels, de
dood of aanzienlijke materiële schade.
= Gevaren of onveilige praktijken die
OPGELET
kunnen leiden tot lichte letsels, prod-
uct- of materiële schade.
= Belangrijke informatie over de instal-
OPMERKING
latie, bediening of het onderhoud.
Lees alle waarschuwingen en veiligheidsinstructies voor-
y
dat u de machine bedient en volg ze op..
RAADPLEEG DE ALGEMENE INFORMATIE-
WAARSCHUWING
HANDLEIDING VOOR BEDIENINGS- EN VEILIGHEIDMAATRE-
GELEN EN OVERIGE BELANGRIJKE INFORMATIE.
Bewaar en bedien de lift op een horizontaal oppervlak.
WAARSCHUWING
VERANKER DE BODEMPLAAT VAN DE STATION-
WAARSCHUWING
AIRE LIFTEN STEVIG OP EEN BETONNEN VLOER. Een niet goed
verankerde lift kan onveilig zijn. Gebruik de lift dus nooit voordat
alle mogelijke maatregelen zijn genomen om ervoor te zorgen
dat de lift correct is geïnstalleerd en dat de bodemplaat goed is
verankerd. Het is de taak van de installateur om ankerbouten/
pluggen te voorzien (niet meegeleverd) en ervoor te zorgen dat ze
veilig in beton van meer dan 50,8 mm (2") worden verankerd.
Als u een draagbaarheid kit met een 5 gal-
WAARSCHUWING
lon/20 liter emmer en de lift in de uitgebreide positie, moet
voorzichtigheid worden gebruikt als gevolg van het poten-
tiële gevaar voor kantelen / kantelen van de eenheid.
Gevaar op elektrische
schokken. Elektrische
elementen aanraken
kan letsels veroorzaken.
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN. Con-
WAARSCHUWING
troleer of er zich in de ruimte boven de lift geen elektrische
voorzieningen, apparaten of draden bevinden. Onderzoek
de installatieplek en neem de nodige maatregelen om vol-
doende ruimte te voorzien voor de lift en de pomp zodat
die volledig kunnen stijgen en correct kunnen werken.
Beknellingsgevaar.
De volgplaat kan snel
omlaag bewegen en
letsel veroorzaken.
BEKNELLINGSGEVAAR. De volgplaat kan snel
WAARSCHUWING
omlaag bewegen en letsel veroorzaken. Houd de handen
uit de buurt tijdens het centreren van het vat. Tijdens het
Als de lift niet correct is geïnstalleerd, kan
WAARSCHUWING
dit leiden tot ernstige letsels en materiële schade. Lees de
bovenstaande waarschuwingen.
1. Deze lift/plunjer wordt geleverd in volledig gemonteerde toestand.
2. Bepaal de gewenste installatieplek voor de lift/plunjer en let
daarbij vooral op de ruimte erboven. De ruimte boven de lift
moet open zijn, zonder obstructies en op veilige afstand van
elektrische voorzieningen.
3. DE BODEMPLAAT VAN DE LIFT MOET VEILIG OP DE BETON-
NEN VLOER WORDEN VERANKERD. De bodemplaat op zich
kan worden gebruikt als sjabloon om een geschikte plek voor
de verankering te kiezen.
4. Monteer de pomp op de montageplaat. OPMERKING:het totale
gewicht van de plunjerpomp en toebehoren (volgplaat etc.)
mag niet hoger zijn dan 68,0 kg (150 lbs).
5. Installeer de luchtslang van de pomp en de luchtslang van de
volgplaat op de regelklep.
6. Monteer de ontluchter op de volgplaat.
RM051S-XXX-XX (nl)

BEDIENINGS- EN VEILIGHEIDSMAATREGELEN

Zorg ervoor dat er
zich geen elektrische
voorzieningen boven
de machine bevinden.
Houd de handen uit
de buurt tijdens het
centreren van het vat.
INSTALLATIE VAN DE LIFT/PLUNJER
omhoog en omlaag bewegen, kan de lift geblokkeerd
raken of kan hij tijdelijk niet meer omlaag bewegen. In
sommige situaties kan de lift dan plots zakken en gevaar
veroorzaken. Als de volgplaat niet correct in het vat schuift,
PROBEER DEZE DAN NIET MET UW HANDEN TE VERPLAAT-
SEN. Schakel de neerwaartse druk uit, hef de lift op, lijn het
vat opnieuw uit en begin opnieuw.
HOUD AFSTAND. Houd afstand van de ma-
WAARSCHUWING
chine tijdens het omhoog en omlaag bewegen van de lift
en bedien de machine van op een veilige plek.
Gevaarlijke druk. Kan
letsels of materiële
schade veroorzaken.
GEVAARLIJKE DRUK. Overschrijd nooit de
WAARSCHUWING
maximale inlaatluchtdruk van 8,6 bar (125 psi). De lift bij
een hogere druk bedienen kan leiden tot beschadiging van
de lift en/of letsels en/of materiële schade. Voer nooit on-
derhouds- of reinigingswerken uit aan de pomp, slangen of
doseerklep terwijl het systeem onder druk staat.
O V E R S C H R I J D N O O I T D E M A X I M A
WAARSCHUWING
L E DRUKWAARDE VAN HET VAT. Informeer u over de maxi-
male drukwaarden van het vat en regel de luchtdruk bin-
nen deze veiligheidsgrenzen wanneer u lucht toevoert aan
de volgplaat.
Zet de hoofdklep in de 'neutraal'-stand (mid-
WAARSCHUWING
delste stand) voordat u de luchtdruk aansluit of het sys-
teem inschakelt.
Maak de lift/plunjer drukvrij voordat u on-
WAARSCHUWING
derhoudswerken uitvoert. Ontkoppel hiervoor de lucht-
toevoer en draai aan de hoofdklep om de druk af te laten.
Een extra exemplaar van het waarschuwingslabel ("Druk
aflaten"/onderdeelnr. 97165) is beschikbaar op aanvraag.
Zorg ervoor dat alle gebruikers van deze ap-
OPGELET
paratuur zijn opgeleid voor het veilig uitvoeren van de
werkzaamheden, dat zij de beperkingen ervan begrijpen
en dat zij, wanneer dat is vereist, een veiligheidsbril en
veiligheidsuitrusting dragen.
Om een optimale levensduur van de afdichtingen
OPMERKING
te garanderen, dient u de afdichtingen te smeren met Gadus®
S2 U1000 na het opnieuw ineenzetten van het apparaat.
Om voortijdige storingen aan de zuigerstang
OPMERKING
en/of afdichtingen te voorkomen, is het raadzaam om de
zuigerstang schoon en vrij van resten en andere soorten
verontreinigingen te houden.
OPMERKING: houd tijdens het monteren van de luchtslang op de
luchtinlaat van de lift/plunjer de luchtinlaatpoort vast met een
moersleutel, om mogelijke schade aan aansluitingen van de fi lter -
regelaar te voorkomen.
OPMERKING: de plunjer is getest in de fabriek. De machine moet
algemeen worden gecontroleerd op lekkage, omdat de koppelin-
gen van het systeem mogelijk losgeraakt zijn tijdens het vervoer.
OPMERKING: stel het draaimoment van alle bevestigingsmiddelen
voor gebruik in.
OPMERKING: als er zich een lekkage rond de volgplaat voordoet,
controleer dan de luchtdruk van de lift/plunjer en controleer alle
koppelingen en bevestigingsmiddelen om zeker te zijn dat ze ste-
vig vastzitten.
NL
Overschrijd nooit
de maximale inlaat-
luchtdruk.
51