Tweede deel – AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
Plaats de machine in de nabijheid van de aansluitingen.
Tijdens de installatie de machine correct uitlijnen om de goed werking te garanderen.
Het Bedrijf acht zich niet aansprakelijk voor eventuele schade te wijten aan het niet in acht nemen
van de hieronder aangegeven voorschriften.
Voor een correcte plaatsing en aansluiting van de machine verwijzen we naar het schema uit pagina 30.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer of de spanning van de
machine,
aangegeven
gegevensplaatje
overeenkomt
met
spanning van het stroomnet.
Controleer bovendien of de teller, de
voedingslijn en het stopcontact geschikt
zijn voor de maximaal vereiste lading.
Plaats voor de elektrische aansluiting een
meerpolige schakelaar met een minimale
opening tussen de contacten van 3 mm.
Deze schakelaar moet voldoen aan de
normen EN 60204 (VDE 113) en moet de
nodige eigenschappen voor het gebruik
met het huidige apparaat bezitten. De
zekering van de hoofdschakelaar moet van
16 A zijn.
Gebruik, voor de aansluiting aan het
voedingsnet, een voedingskabel van het
type H07RN-F, met een geschikte nominale
sectie. Voor de keuze van de nominale
kabelsectie neem volgende tabel in acht:
Zone
mm²
0,75
1
1,5
2,5
De veiligheid van de inrichting wordt alleen
gewaarborgd als de aansluiting op de
volgende wijze wordt uitgevoerd.
op
van
het
apparaat,
de
elektrische
Opname
A
< 6
6 ÷ 10
10 ÷ 16
16 ÷ 25
Koppel de machine aan een doeltreffende
aardleiding
het
bestaande
elektriciteitsveiligheidsvoorschriften.
Controleer of hieraan wordt voldaan en, in
geval van twijfels, laat de inrichting door
bevoegd personeel controleren.
Bovendien moet het apparaat in een
equipotentiaal systeem worden ingevoerd,
waarvan de doeltreffendheid, krachtens de
bestaande normgeving, gecontroleerd moet
worden. De aansluiting wordt uitgevoerd
door middel van een schroef aangegeven
door het speciale plaatje aan de achterzijde
van de machine. (
ATTENTIE!
Indien de voeding een DRIEFASIGE voeding is,
controleer of de draairichting van de motor
overeenkomt met de pijlrichting op de motor zelf.
DE MACHINE MOET AAN EEN DOELTREFFENDE
AARDLEIDING AANGESLOTEN ZIJN
De fabrikant acht zich niet aansprakelijk
voor eventuele schade veroorzaakt door
het ontbreken van een doeltreffende
aardverbinding.
NEDERLANDS
zoals
voorzien
).
door
de