WATERTOEVOER
Neem
de
bestaande
Regionale Normgevingen strikt in acht.
De
hydraulische
volgende eigenschappen hebben:
Temperatuur: 55°C.
Indien
koud
toegevoerd, zal het werkvermogen van de
machine
afnemen
temperatuur, omdat gewacht moet worden
totdat de werktemperatuur wordt bereikt.
Dynamische druk: 2÷4 bar (200÷400 kPa);
- voor machines voorzien van ingebouwd
Zuiveringsapparaat:
Temperatuur: 10÷12°C
Dynamische druk: 3÷4 bar (300÷400 kPa);
ATTENTIE!
Indien de waterdruk boven de 3bar ligt,
gebruik de meegeleverde drukreductor "A",
monteer deze in de elektroklep, zoals
aangegeven in de onderstaande tekening.
Indien de waterdruk onder de op het
typeplaatje
aangegeven
monteer
een
pomp
verhogen.
Hardheid tussen 7,2÷12,5 °F
In
geval
waterhardheid
is
nodig; indien deze niet aanwezig is moeten
de procedures voor de ontkalking vaker
worden uitgevoerd en moeten grotere
hoeveelheden
reinigingsmiddel
gebruikt.
Nationale
en
inrichting
moet
de
water
wordt
evenredig
met
de
waarde
ligt
om
de
druk
van
een
grotere
een
waterverzachter
worden
We raden aan alleen verzachters te
gebruiken met "Ionen uitwisselaars" of met
"Omgekeerde Osmose". Het gebruik van
magnetische velden of elektromagnetische
stralingen is geheel nutteloos voor het
specifieke gebruik bij Vaatwasmachines.
WATERLEIDING: Breng in de buurt van de
machine een waterleiding aan met de
bovenstaande eigenschappen en plaats
aan het uiteinde een kraan met een mnl.
schroefdraad koppeling van 3/4" Gas.
WERKTEMPERATUREN
Waswater
Spoelwater
N.B. Voor een correcte werking van de
thermocontrol regel de thermostaat niet
tijdens de wascyclus.
DE
IJKWAARDEN
THERMOSTATEN NIET VERANDEREN
WATERAFVOER
Bereikbaar aan de voorkant van de
machine via het voorpaneel (draai de twee
schroeven aan de voorkant los);
Bij voorkeur moet de afvoer aan de grond
liggen met een minimaal diameter van
1"1/4 (42 mm), en moet voorzien zijn van
een sifon met de geschikte helling.
Indien
een
aanwezig is maar elders geplaatst kan een
verbinding worden gemaakt door middel
van een slang met een binnendiameter van
32
mm
te
elleboogverbinding.
Zorg dat er in de slang geen vouwen of
verstoppingen
waterdoorgang kunnen belemmeren of
vertragen.
Neem
de
Regionale Normgevingen betreffende de
hydraulische afvoeren strikt in acht.
34
55°÷60°C
80°÷85°C
VAN
dergelijke
inrichting
en
de
meegeleverde
voorkomen
die
vigerende
Nationale
DE
reeds
de
en