Instellingen
Functie F5, Minimaal aantal startpulsen
Minimaal aantal startpulsen dat geaccepteerd dient te worden om de MicroTimer
startpulsen voor 5 minuten. Deze instelling dient minimaal op 1 te staan. Bij een instelling hoger dan 1 worden
de startpulsen weergegeven op het display tot het benodigde aantal bereikt is.
Voorbeeld (Functie F1 is ingesteld op 5 minuten)
1
e
1
startpuls
5 minuten
e
2
startpuls
-
e
3
startpuls
-
Totale tijd
5 minuten
Instel. F4
1
Instel. F5
1
Functie F6, Service indicator 1
Het maximum aantal in te stellen branduren voor een servicebeurt. Dit register telt terug na elke 1000 minuten
gebruik van relais 1. De waarde bij dit register geeft het aantal x 1000 minuten weer, bijv. 5 = 5000 minuten.
Wanneer de teller op nul staat wordt er in het display "SR" weergegeven. Dit is de standaard melding dat er
"service" werkzaamheden dienen plaats te vinden. De maximale instelbare waarde is 254 (x`1000 minuten).
Indien de waarde staat ingesteld op 255 betekent dit dat er geen gebruik wordt gemaakt van deze service teller.
®
Note:
De MicroTimer
functioneert gewoon door.
Functie F7, Service indicator 2
De werking van deze serviceteller is gelijk aan Functie F6. Het verschil tussen deze twee functies is dat bij het
bereiken van het einde van deze serviceteller (serviceteller = 0), de MicroTimer
Functie F8, Buzzer instelling
Indien functie P5 ingesteld staat op "01" is er een mogelijkheid voor een pauze. Deze kan geactiveerd worden
door op de Start/Pauze toets te drukken. Relais 1, welke de hoofdtijd vertegenwoordigt zal tijdens pauze
uitgeschakeld worden. De hoofdtijd zal afhankelijk van Functie P6 stoppen of doorgaan. Om de gebruiker en/of
de beheerder er op te attenderen dat er een pauzesituatie gecreëerd is wordt er een buzzer signaal
geactiveerd.
Instelling "00": Buzzer signalering uit.
Instelling "01": Buzzer signalering aan.
Functie F9, Clean functie
Met deze functie is er de mogelijkheid voor gedwongen reiniging van de aangesloten apparatuur. Nadat de
nalooptijd verstreken is zal de MicroTimer
worden door 3 seconden op de interne of externe Start/Pauze toets te drukken. Als aanduiding voor reiniging
wordt "CL knipperend" op het display van de MicroTimer
Instelling "00": Clean functie uit.
Instelling "01": Clean functie aan.
Functie FA, Standaard of externe startmode
Instelling "00": De MicroTimer kan gestart worden door op de Timertoets te drukken of door op de externe
aansluiting een puls te genereren welke langer is dan 200 msec. (Externe aansluiting is de "remote button
print").
Instelling "01": De MicroTimer kan gestart worden door op de muntproeveringang een puls te genereren ter
grote van minimaal 20 msec en maximaal 200 msec. Deze instelling is speciaal voor (mechanische)
muntproevers.
Note: Indien de muntproeveringang is geselecteerd (instelling "01") dan kan niet gestart worden met de
Timertoets. Is de Timertoets geselecteerd (instelling "00"), dan kan met een signaal op de muntproeveringang
de voorlooptijd worden afgebroken waarna de hoofdtijd wordt gestart. (Dit gebeurd bij het kortsluiten van de
aansluitpennen van de muntproever)
(ECOS module EM-05)
2
5 minuten
0 minuten
5 minuten
5 minuten
-
-
10 minuten
5 minuten
2
1
1
2
(ECOS module EM-06)
(ECOS module EM-06)
(ECOS module EM-08)
(ECOS module EM-09)
®
geen startsignaal meer accepteren. Deze blokkering kan opgeheven
®
MicroTimer
2400 Version 4.0 05-11-2007
-
www.inepro.com
3
4
0 minuten
10 minuten
-
10 minuten
2
2
®
®
weergegeven.
-
®
te activeren. Bijv. 3
5
6
5 minuten
0 minuten
5 minuten
10 minuten
5 minuten
5 minuten
15 minuten
15 minuten
3
3
1
2
geblokkeerd zal worden.
6