Nederlands
Hogedrukslang
LET OP
De hogedrukslang niet knikken en
hiermee geen lussen vormen.
Op de hogedrukslang geen zware
voorwerpen plaatsen en niet met auto's
over de hogedrukslang heen rijden.
Druk-, opbrengstregeling
Op de hogedrukpomp kunnen de
werkdruk en de wateropbrengst voor
langdurige aanpassingen, afhankelijk
van het type reinigingswerkzaamheden
worden ingesteld.
2
1
Draaiknop (1) rechtsom draaien,
N
om de werkdruk en de
wateropbrengst te verhogen
Draaiknop (1) linksom draaien, om
N
de werkdruk en de wateropbrengst
te reduceren
Manometer (2) geeft de druk in de
–
hogedrukpomp aan
198
Sproeiers
1
2
Vlakstraalsproeier (1)
De werkdruk kan bij de sproeier traploos
worden ingesteld.
Spuithoek 15°, maximaal effect bij een
afstand van ca. 7 cm.
Stelhuls verdraaien
N
Rotorsproeier (2)
Sproeier met roterende straal voor
hardnekkig vuil op harde oppervlakken.
Maximaal effect bij een afstand van
ca. 10 cm.
De spuitlans kan ook zonder sproeier in
de lagedrukstand worden gebruikt, bijv.
voor het spoelen met een hogere
wateropbrengst.
Opbergvak voor sproeiers
Klep openen – in de houders
N
kunnen de rotorsproeier en de
vlakstraalsproeier worden bewaard
Toebehoren opbergen
Het spuitpistool, de spuitlans, de
reinigingsnaald en het overige
toebehoren kunnen direct op het
apparaat worden opgeborgen – zie
"Belangrijke componenten".
RE 143, RE 143 PLUS, RE 163, RE 163 PLUS