MET DE KAJAK WORDEN DE VOLGENDE ACCES-
SOIRES MEEGELEVERD:
Transportzak, riem voor het vastsjorren van de ingepakte kajak,
gebruiksaanwijzing met garantiekaart, schuimspons in een net-
je, reparatiedoosje met lijm, lappen, ventieladapter, roer.
EXTRA TOEBEHOREN:
(OPTIONEEL BIJ DE BOOT VERKRIJGBAAR)
- opblaasbare zitbank voor de uitvoering met 3 zitplaatsen
- afschermdek
3.
Instructies voor het opblazen van de boot
Vouw de kajak open. Schuif het roer in de bevestiging op de
bodem (15). De zitbanken en de voetsteunen dienen voor de
montage eerst opgeblazen te worden. Voor de bediening van
het ventiel (10) zie afbeelding nr. 2. Monteer de zitbanken en
de voetsteunen voordat de boot wordt opgeblazen.
De kajak Seawave kan dankzij zijn constructie in de uitvoering
met één, twee of drie zitplaatsen gebruikt worden - zie afbe-
elding nr.1.
De montage van de uitvoering met één zitplaats
Maak de zitbank (7) vast in de bevestiging op de bodem (16).
Steek de riemen (19) die zich op de leuning van de zitbank
bevinden door de zitbank bevestigingen (17) op de zijrollen,
gemarkeerd door <1>. Steek het einde van de riem door de
kunststof gesp (20) - zie detail A. Maak de voetsteun 34x16 cm
(8) vast in de tweede positie van de bevestiging op de bodem
(16), steek de riem door de kunststof gesp op de bodem en
span deze aan. Voor de correcte manier van het doorsteken
van de riem door de kunststof gesp - zie detail B.
De montage van de uitvoering met twee zitplaatsen:
Maak de voorste en de achterste zitbank (7) vast in de beve-
stiging op de bodem (16). Steek de riemen (19) die zich op de
leuning van de zitbank bevinden door de zitbank bevestigin-
gen (17) op de zijrollen, gemarkeerd door <2>. Steek het ein-
de van de riem door de kunststof gesp (20) - zie detail A. Maak
de voetsteun 34x16 cm (8) vast in de eerste positie van de
bevestiging op de bodem (16), maak de voetsteun 45x19 cm
(9) vast in de derde positie van de bevestiging op de bodem
(16), steek de riem door de kunststof gesp op de bodem en
span deze aan. Voor de correcte manier van het doorsteken
van de riem door de kunststof gesp - zie detail B.
De montage van de uitvoering met drie zitplaatsen:
Maak de zitbanken (7) vast in de bevestiging op de bodem (16).
Steek de riemen (19) die zich op de leuning van de zitbank be-
vinden door de zitbank bevestigingen (17) op de zijrollen, ge-
markeerd door <3>. Steek het einde van de riem door de kunst-
stof gesp (20) - zie detail A. Gebruik voor deze uitvoering enkel
de voorste voetsteun 34x16 cm (8) die vastgemaakt moet wor-
den in de eerste positie van de bevestiging op de bodem (16),
steek de riem door de kunststof gesp op de bodem en span
goed aan. Voor de correcte manier van het doorsteken van de
riem door de kunststof gesp - zie detail B.
Blaas de luchtkamers op in deze volgorde: zijrollen (1), bodem
(2). Voor het opblazen zijn een voet- of zuigerpomp met reduc-
tieventiel het meest geschikt - zie afbeelding nr. 2b (het reduc-
tieventiel bevindt zich bij de lijmset). Controleer de staat van de
ventielen voordat je de boot begint op te blazen. Zet de ventielen
in de gesloten stand. Voor de bediening van het ventiel - zie af-
beelding nr. 2. Blaas de luchtkamers op totdat ze bij aanraking
stevig aanvoelen, maar nog niet helemaal hard zijn. De lucht-
kamers bieden een weerstand vergelijkbaar met die van het
samenknijpen van een rijpe sinaasappel. Het juiste drukniveau
kan met behulp van een manometer met een geschikte adapter
(extra toebehoren) bepaald worden - zie afb. nr. 2a. Een monta-
gesleutel voor het ventiel behoort tot de extra toebehoren – zie
afbeelding nr. 2c.
Gebruik de handvatten (12) op het voor- en achterdek om de
boot te verplaatsen.
WAARSCHUWING
Maximale bedrijfsdruk in de luchtcompartimenten is
0,025 MPa. De gebruiksdruk van de bodem wordt be-
perkt door het overdrukventiel. Door een verhoging van
de omgevingstemperatuur (b.v. door invloed van zon-
nestraling) kan het tot een meervoudige drukverhoging
in de bootcompartimenten komen. Na het uitnemen van
de boot uit het water, adviseren wij de luchtdruk in alle
luchtcompartimenten van de boot iets te verlagen. Hier-
door verhindert u een eventueel beschadigen van de
luchtcompartimenten. Controleer ook hierna voortdu-
rend de luchtdruk. Het normale verlies van bedrijfsdruk
is max. 20% per 24 uur.
WAARSCHUWING
Sluit altijd het ventiel met de ventieldop af. U voorkomt
daardoor het indringen van vuil in het ventiel, dat later
een eventuele lekkage zou kunnen veroorzaken.
4. Varen met de boot
De kajak Seawave is bestemd voor recreatie en watertoerisme.
De deelnemer aan het verkeer op waterwegen is verplicht de
verkeersregels op waterwegen in acht te nemen. De opblaas-
bare kajak Seawave mag door een persoon zonder vaarbewijs
bestuurd worden, indien deze met de besturingstechniek van
een klein vaartuig is bekend evenals met de geldige voor-
schriften voor het varen in betreff end land.
Door zijn constructie maakt de kajak Seawave het mogelijk
op stilstaand tot matig stromend water, tot moeilijkheidsgraad
WW 2, te varen. Voor het varen wordt een dubbele kajakped-
del gebruikt met een lengte van ca. 210 cm. Tijdens het varen
zitten personen op een aangewezen plaats en moeten zwem-
vesten dragen.
WAARSCHUWING
Controleer voor het varen of op de rivier, de watervlakte
of in het gebied waar u wilt varen, geen bijzondere be-
palingen of verboden en geboden geldig zijn die nage-
komen moeten worden.
De boot is niet bestemd voor het slepen achter een mo-
torboot en mag niet gesleurd of anders overmatig belast
worden. Scherpe of puntige voorwerpen moeten veilig
ingepakt zijn.
Plaats waardevolle voorwerpen in een waterdichte ver-
pakking en zet deze vast in de boot.
Zonnestralen beschadigen de textiellaag aan de opperv-
lakte van de boot, daarom is het beter de boot na iedere
vaart in de schaduw te plaatsen.
WAARSCHUWING
Op grote watervlaktes (zeeën, meren) op stromend
water en afl andige wind letten. Er ontstaat gevaar
van verhindering van de terugvaart!
De kajak Seawave mag onder bepaalde omstan-
digheden niet gebruikt worden, bijv. bij verminderd
zicht (nacht, mist, regen).
Specifi caties van de moeilijkheidsgraad WW 2 - matig
moeilijk:
• onregelmatige golven en stromingen, stroomversnellingen
van een gemiddelde moeilijkheid, zwakke wervelingen en
turbulenties, kleine hoogteverschillen, kleine stroomversne-
llingen in sterk meanderende of weinig transparente wateren
27