negen standaard ingestelde kleuren selecteren
NL
evenals een kleur die op het lichteffectpaneel
handmatig is ingesteld (op het display
hoofdstuk 6.1.2, paragraaf B).
Programmaʼs 1 – 8 en kleurovergangsprogramma
– De LED van de toets MODE knippert langzaam –
Selecteer met de toets FUNCTION het gewenste
programma.
wordt op het display met
Processnelheid instellen
– De LED van de toets MODE knippert snel –
Stel met de toets FUNCTION de processnelheid
van het geselecteerde programma in op lang-
zaam, gemiddeld of snel.
7 Bediening via een lichtregelaar
Voor de bediening via een lichtregelaar met DMX512-
protocol (b.v. DMX-1440 of DMX-510USB van "img
Stage Line") beschikt het lichteffectpaneel over 27
DMX-besturingskanalen. U kunt het paneel echter ook
via slechts 24, 15, 9, 6 of 4 kanalen sturen, indien
nodig. De functies van de kanalen en de DMX-waar-
den vindt u terug op de paginaʼs 41 en 42.
7.1 Aansluiting
Als DMX-interface heeft het apparaat 3-polige XLR-
aansluitingen met volgende penconfiguratie:
pen 1 = massa, 2 = DMX-, 3 = DMX+
Voor de aansluiting moeten speciale kabels voor hoge
gegevensstromen worden gebruikt. Normale afge-
schermde microfoonkabels met een leidingdiameter
van ten minste 2 × 0,22 mm
lijke capaciteit zijn alleen bij een totale kabellengte tot
100 m aan te bevelen. Bij kabellengten vanaf 150 m
wordt in principe aanbevolen om een DMX-ophaalver-
sterker tussen te schakelen (b.v. SR-103DMX van
"img Stage Line").
1) Verbind de DMX-ingang (15) met de DMX-uitgang
van de lichtregelaar.
2) Verbind de DMX-uitgang (14) met de DMX-ingang
van het volgende lichteffectapparaat. Verbind de
uitgang hiervan opnieuw met de ingang van het
nageschakelde apparaat etc., tot alle lichteffectap-
paraten in een ketting zijn aangesloten.
3) Sluit de DMX-uitgang van het laatste DMX-apparaat
in de ketting af met een weerstand van 120 Ω
(> 0,3 W): Soldeer de weerstand vast aan de pinnen
2 en 3 van een XLR-stekker en plug de stekker in de
DMX-uitgang, of gebruik een overeenkomstige
afsluitstekker (b.v. DLT-123 van "img Stage Line").
7.2 Aantal DMX-kanalen instellen
Om het lichteffectpaneel met een lichtregelaar te kun-
nen bedienen, moeten het DMX-startadres (
stuk 7.3) en het aantal DMX-kanalen worden inge-
steld. Het aantal DMX-kanalen hangt af van de
40
Het
kleurovergangsprogramma
aangeduid.
2
en een zo gering moge-
benodigde functies en eventueel ook van het aantal
beschikbare besturingskanalen. Lees in hoofdstuk
,
10.1 op de paginaʼs 41 en 42 over de functies die bij
het 4-, 6-, 9-, 15-, 24- en 27-kanaalbedrijf respectieve-
lijk mogelijk zijn, en selecteer aan de hand hiervan het
aantal DMX-kanalen:
1) Druk enkele keren op de toets MENU (5) tot op het
display (10) de melding
schijnt. Wacht niet langer dan 8 seconden om de
volgende toets in te drukken, anders wordt de in-
stelprocedure automatisch beëindigd.
2) Druk op de toets ENTER (7). Het aantal DMX-kana-
len wordt knipperend weergegeven.
3) Stel met de toets DOWN of UP (6) het aantal DMX-
kanalen in en sla op met de toets ENTER. Op het
display verschijnt opnieuw
schakelt het lichteffectpaneel terug naar de vorige
functiemodus.
7.3 Het startadres instellen
Om het lichteffectpaneel met een lichtregelaar te kun-
nen bedienen, moet het DMX-startadres voor het eer-
ste DMX-kanaal worden ingesteld. Als bijvoorbeeld op
het besturingsapparaat het adres 17 voorzien is voor
het besturen van het eerste DMX-klanaal, stelt u het
startadres 17 in op RGBL-120DMX. De andere func-
ties van het lichteffectpaneel zijn dan automatisch aan
de volgende adressen toegewezen. Hieronder vindt u
een voorbeeld met startadres 17:
Aantal
DMX-kanalen
4
6
9
15
24
27
Figuur 3 DMX-adresconfiguratie
bij gebruik van het startadres 17
7.3.1 Automatische adresinstelling
Deze methode is nuttig, als er meerdere RGBL-
120DMX-apparaten worden gebruikt, en het eerste
lichteffectpaneel het startadres 1 moet krijgen:
1) Verbind alle RGBL-120DMX-apparaten via de aan-
sluitingen DMX INPUT (15) en DMX OUTPUT (14)
met elkaar (
op alle RGBL-120DMX-apparaten het aantal DMX-
kanalen in (
2) Druk enkele keren op de toets MENU (5) van het
eerste RGBL-120DMX-apparaat (dat onmiddellijk
op de lichtregelaar is aangesloten) tot op het dis-
play (10) de melding
hoofd-
3) Druk binnen de acht seconden op de toets ENTER
(7), anders wordt de instelprocedure afgesloten.
(Channel Mode) ver-
. Na acht seconden
volgend mogelijke startadres
bezette
voor het nageschakelde
DMX-adressen
DMX-apparaat
17 – 20
17 – 22
17 – 25
17 – 31
17 – 40
17 – 43
hoofdstuk 7.1) en schakel ze in. Stel
hoofdstuk 7.2).
verschijnt.
21
23
26
32
41
44