HET SCHOONMAKEN VAN UW SLOWCOOKER
•
Verwijder ALTIJD de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen voordat u de slowcooker reinigt.
•
Het deksel en de stoneware-pot van de slowcooker kunnen in de afwasmachine of met heet water en zeep worden
afgewassen. Gebruik geen schurende afwasmiddelen of schuursponzen. Een doek, spons of rubberen spatel zijn
meestal voldoende om resten te verwijderen.
•
Gebruik een niet-schurend reinigingsmiddel of azijn om water- en andere vlekken te verwijderen.
•
De aardewerken pot en het deksel zijn, net als andere fijne keramiek, niet bestand tegen plotselinge
temperatuurschommelingen. De aardewerken pot en het deksel niet afwassen met koud water als ze heet zijn.
•
De buitenkant van de buitenpot mag worden schoongemaakt met een zachte doek en warm water en zeep. Droog het
af. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen.
•
VOORZICHTIG: dompel het verwarmingsgedeelte nooit onder in water of een andere vloeistof.
•
Geen andere reparatiehandelingen mogen worden uitgevoerd.
LET OP: laat de pot drogen na het reinigen met de hand voorafgaand aan het opbergen.
PASTA EN RIJST:
•
Als er vermicelli, pasta, macaroni enz. aan een gerecht moet worden toegevoegd, kookt u deze eerst op uw fornuis
tot ze iets zacht zijn en voegt u ze in de laatste 30 minuten aan het gerecht in uw slowcooker toe. Voor gerechten met
rijst mengt u de rijst met de overige ingrediënten en voegt u voor elk ¼ kopje rijst ¼ kopje extra vloeistof toe. Rijst met
lange korrel geeft betere resultaten.
BONEN:
•
Bonen moeten helemaal zacht gemaakt worden voordat ze gecombineerd worden met suiker en/of zure gerechten.
Suiker en zuur hebben een verhardend effect op bonen en voorkomen dat ze zacht worden.
•
Gedroogde bonen, vooral rode kievitsbonen, moeten gekookt worden voordat ze aan een recept worden toegevoegd.
•
Volledig gare bonen uit blik kunnen gebruikt worden ter vervanging van droge bonen
GROENTEN:
•
Veel groenten profiteren van slowcooking, waarbij hun volle smaak tot zijn recht komt. In uw slowcooker worden ze
meestal niet doorgekookt, zoals wel kan gebeuren in de oven of op het fornuis.
•
Als u recepten bereidt met zowel groenten als vlees, leg dan de groenten vóór het vlees in de slowcooker. Over het
algemeen koken groenten langzamer dan vlees in de slowcooker.
•
Plaats groenten langs de zijkanten of op de bodem van de aardewerken pot voor een betere bereiding.
KRUIDEN EN SPECERIJEN:
•
Verse kruiden voegen smaak en kleur toe, maar dienen pas aan het eind van de bereidingstijd toegevoegd te worden,
aangezien de smaak tijdens lange kooktijden vervliegt.
•
Gemalen en/of gedroogde kruiden en specerijen zijn bij uitstek geschikt voor slowcooking. Ze kunnen aan het begin
van de bereidingstijd worden toegevoegd.
•
De smaakkracht van kruiden en specerijen kan aanzienlijk variëren, afhankelijk van hun specifieke sterkte en de
houdbaarheidsperiode. Wees voorzichtig met kruiden: proef eerst aan het eind van de bereidingstijd en breng het
gerecht pas vlak voor het opdienen op smaak.
MELK:
•
Melk, room en zure room kunnen schiften tijdens lange bereidingstijden. Indien mogelijk, pas toevoegen in de laatste
15 tot 30 minuten van de bereidingstijd.
•
Gecondenseerde soep kan als vervanging voor melk dienen en kan gedurende langere tijden koken.
SOEPEN:
•
Sommige soeprecepten vragen om grote hoeveelheden water. Eerst de andere soepingrediënten aan de slowcooker
toevoegen en daarna net genoeg water toevoegen tot het geheel onder water staat. Indien dunnere soep gewenst is,
meer vocht toevoegen bij het opdienen.
HINTS EN TIPS
42