spa
Causa:
Corona perforadora de diamante dañada y no redonda.
Remedio: Usar nueva corona perforadora de diamante.
Causa:
Columna perforadora para perforadora no fijado de modo seguro.
Remedio: Apretar tornillo de fijación y tornillos de ajuste.
5.5. Avería:
Núcleo perforado cuelga de la corona perforadora de diamante.
Causa:
Polvo de perforación acumulado o pieza atascada en tubo de
revestimiento del núcleo perforado.
Remedio: No golpear en ningún caso con piezas metálicas (p. ej. martillo,
llave de boca) en la cubierta del tubo de revestimiento. De ese
modo se abolla hacia dentro el tubo de revestimiento y favorece
aún más el atasco futuro del núcleo de perforación. La corona
perforadora de diamante se puede inutilizar de ese modo.
Destornillar la corona perforadora de diamante de la máquina
accionadora, golpear hacia fuera con una varilla el núcleo de
perforación, no dañar la rosca de empalme.
5.6. Avería:
La corona perforadora de diamante sólo se suelta del husillo de
accionamiento con dificultad.
Causa:
Suciedad, corrosión.
Remedio: Limpiar la rosca del husillo de accionamiento y la corona perforadora
de diamante y lubricar ligeramente.
5.7. Avería:
Máquina accionadora no funciona.
Causa:
interruptor de protección de sobrecarga de corriente PRCD (19) no
accionado.
Remedio: Comprobar PRCD (ver punto 3.).
Llamar a un electricista.
6. Garantía del fabricante
El periodo de garantía es de 12 meses a partir de la entrega del producto nuevo
al primer usuario, y no más de 24 meses a partir de la en trega al comerciante.
El momento de la entrega se justificará mediante el envío de los documentos
originales de compra, que deberán indicar la fecha de la compra y la denomi-
nación del producto. Se repararán de forma gratuita todos aquellos fallos
funcionales detectados durante el periodo de garantía que demostrablemente
sean debidos a errores en la producción o en el material. La reparación de
fallos no produce la prolongación o renovación del periodo de garantía del
producto. Quedan excluidos de la garantía aquellos daños causados por
desgaste natural, manipulación inadecuada o impropia, incumplimiento de las
instrucciones de servicio, medios auxiliares inadecuados, sobrecarga, uso para
fines no previstos, intervenciones propias o por parte de terceros u otros motivos
ajenos a la respon sabilidad de REMS.
Los servicios de garantía sólo se deberán prestar por los talleres de postventa
autorizados por REMS. Las reclamaciones únicamente serán aceptadas si el
producto entregado a un taller de postventa autorizado por REMS no ha sido
manipulado o desmontado anteriormente. Los productos y piezas sustituidas
pasarán a propiedad de REMS.
Los portes de envío y reenvío serán a cargo del usuario.
Quedan inalterados los derechos legales del usuario frente al comerciante, en
especial aquellos por fallos. Esta garantía del fabricante sólo tendrá validez
para productos nuevos comprados en la Unión Europea, en Noruega o en
Suiza.
Directorio de piezas
véase www.rems.de / Downloads.
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
Fig. 1 REMS Picus S1 en REMS Simplex
Fig. 2 REMS Picus S3 en REMS Duplex
Fig. 3 REMS Picus S2/3,5 en REMS Duplex 300
Fig. 4 Handbediend droogboren met aanboorhulp
Fig. 5 Plugbevestiging van de boorstandaard in beton met slaganker
Fig. 6 Plugbevestiging van de boorstandaard in metselwerk met stutanker
(ankerschalen)
Fig. 7 Typeplaatje REMS Picus S3
Fig. 8 Typeplaatje REMS Picus S2/3,5
Fig. 9 1) Toerentalinstelling voor REMS Picus SR
2) Beton Ø mm
3) Metselwerk Ø mm
4) Metselwerk n ¹/min
5) Schakelmechanisme
6) Regelelektronica
Fig. 1 – 7
1 Boorzuil
2 Geleidingsslede
3 Sledehuis
4 Bedieningshendel
5 Stelbouten
6 Grondplaat
7 Sleuf
8 Imbusbout
9 Draaigreep
10 Spanhoek
11 Aandrijfas
12 Tegenhouder
13 Spanhals
14 Deksel
15 Watertoevoervoorziening
16 Veiligheidsschakelaar PRCD
controlelamp
17 Veiligheidsschakelaar PRCD
toets RESET
18 Veiligheidsschakelaar PRCD
toets TEST
19 Veiligheidsschakelaar PRCD
20 Motorgreep
21 Schakelaar
22 Adapter
23 Slaganker
24 Zetijzer
25 Draadstang
26 Schijf
Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Alle voorschriften lezen. Fouten bij de inachtneming van de onderstaande
voorschriften kunnen elektrische schokken, brand en / of ernstige ongevallen
veroorzaken. Het hierna volgende begrip „elektrisch apparaat" heeft betrekking op
via het stroomnet werkende elektrische gereedschappen (met stroomkabel), op
machines en op elektrische apparaten. Gebruik het elektrische apparaat alleen
waarvoor het bedoeld is en met inachtname van de algemene veiligheids- en onge-
valpreventievoorschriften.
VOLG DEZE VOORSCHRIFTEN GOED OP.
A) Werkplek
a) Houdt uw werkplek schoon en opgeruimd. Rommelige en onverlichte werk-
plekken kunnen tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische apparaat niet in explosiegevaarlijke omgeving,
waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische
apparaten veroorzaken vonken, die stoffen of dampen kunnen ontsteken.
c) Houdt kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische
apparaat op afstand. Bij afleiding kunt u de controle over het apparaat verliezen.
B) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische apparaat moet in het stopcontact
passen. De stekker mag in geen geval veranderd worden. Gebruik geen
adapterstekker in combinatie met een geaard elektrisch apparaat. Originele
stekkers en passende stopcontacten verkleinen het risico op elektrische schokken.
Is het apparaat met een veiligheidsschakelaar uitgerust, dan mag het alleen op
een beveiligd stopcontact aangesloten worden. Gebruik het elektrische apparaat
op bouwplaatsen, in vochtige omgeving, buiten of in vergelijkbare situaties
uitsluitend via een 30 mA aardlekschakelaar (Fl-schakelaar) op het net.
b) Vermijdt lichamelijk contact met geaarde oppervlaktes, zoals van buizen,
radiatoren, haarden en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico op een
elektrische schok, als uw lichaam geaard is.
c) Houdt het apparaat van regen of vochtigheid vandaan. Het indringen van
water in een elektrisch apparaat verhoogt het risico op een elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is, b.v.
om het apparaat te dragen, op te hangen of om de stekker uit het stopcon-
tact te trekken. Houdt de kabel verwijderd van hitte, olie, scherpe kanten,
of zich bewegende apparaatonderdelen. Beschadigde of verwikkelde kabel
verhoogt het risico op een elektrische schok.
27 Snelspanmoer
28 Stutanker
29 Spankop
30 Contramoer
33 Draadspindel
35 Vergrendelboring
36 Schuifvergrendeling
37 Schroeven
38 Afstandsstuk
39 Schakelgreep
40 Steunen
41 Slangaansluiting
42 Afdekplaat
43 Dichtring
44 Waterafzuigvoorziening
45 Gummischijf
46 Zuigrotor
47 Boorkronenaansluiting UNC 1¼
en G ½
48 Diamantkernboorkroon
49 Aanboorhulp
50 Boorkronenverlenging
51 Waterdrukreservoir
52 Schroeven
53 Geleiding
54 Ontkoppelingsring
55 Slijpsteen
56 Nivelleerblok
57 Instelschijf
nld