MONTAGE AAN HET PLAFOND
Montage aan het plafond
De hulpstukken die nodig zijn voor het bevestigen van de kasten en voor het afvoeren van het
condenswater worden standaard met het apparaat meegeleverd :
• Bevestigingshoeken
• Dikke rubberringen waarmee de motor wordt geïsoleerd van de ondergrond om de overbrenging van
contactgeluiden te verminderen.
• Afvoermondstuk van condenswater
• Optie: plafondophangingsset met 4 draadstangen, sluitringen en pluggen. Een set per kast voorzien
(code 11023117)
• Maak gaten in de betonvloer volgens nevenstaand schema
• Breng geschikte pluggen aan
• Schroef hierin de 4 draadstangen (Ø 8 mm)
• Monteer de antitrillingsringen
• Het afvoermondstuk van de condensaten vastschroeven aan de afvoer van de warmtewisselaar
• Aansluiten op een afvoernetwerk van Ø 32 met watersifon
Verboden montage
620
62
Let op de plaatsingsrichting van
de wisselaar en motor!
De wisselaar en de motor moeten
zich, of ze nu aangekoppeld of
gescheiden zijn, altijd in dezelfde
positie ten opzichte van elkaar
bevinden.