11. Apparaat in gebruik
nemen
11.1 Apparaat aansluiten
Gevaar voor stroomstoten!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk "Voor uw veiligheid" in
acht. (
4.).
Bij gebruik van een kabelhaspel
moet de aansluitkabel volledig
afgewikkeld zijn, anders kan er
door elektrische weerstanden
verlies van het vermogen en
oververhitting ontstaan.
Als aansluitkabels mogen alleen kabels
worden gebruikt die niet lichter zijn dan de
volgende rubberen slangen:
H07 RN-F DIN/VDE 0282
Minimale diameter:
tot 25 m lengte: 3 x 1,5 mm²
tot 50 m lengte: 3 x 2,5 mm²
De koppelingen van de aansluitkabel
moeten van rubber zijn of met rubber
bekleed zijn en moeten voldoen aan de
volgende norm:
DIN/VDE 0620
Voedingsspanning en netfrequentie
moeten overeenstemmen met de
specificaties op het typeplaatje of de
specificaties in het hoofdstuk "Technische
gegevens" (
18.).
De voedingskabel moet goed
afgeschermd zijn (
18.).
0478 121 9918 B - NL
Dit apparaat is geschikt om aan een
distributienet met een systeemimpedantie
Z
bij het overgangspunt
max
(huisaansluiting) van maximaal 0,49 ohm
(bij 50 Hz) te worden aangesloten.
De gebruiker moet er zich van
vergewissen dat het apparaat slechts op
een distributienet wordt aangesloten dat
aan deze eisen voldoet. Indien nodig kan
de systeemimpedantie bij het lokale
energiebedrijf worden nagevraagd.
11.2 Trekontlasting
Tijdens het werken voorkomt de
trekontlasting het onbedoeld
lostrekken van de aansluitkabel en
daardoor mogelijke schade aan de
voedingsaansluiting op het apparaat.
Hiertoe moet de aansluitkabel door de
trekontlasting worden geleid.
● Met de aansluitkabel (1) een lus
vormen en door de opening (2)
geleiden.
● Leg de lus over de haak (3) heen en
trek deze aan.
11.3 Grasmaaier inschakelen
De grasmaaier niet in hoog gras
inschakelen. Bij moeilijk starten van
de elektromotor hogere
snijhoogtestand selecteren.
● Druk de startknop (1) in en houd deze
ingedrukt. Trek de motorstopbeugel (2)
naar de duwstang en houd deze vast.
● De startknop (1) kan na het bedienen
van de motorstopbeugel (2) worden
losgelaten.
11.4 Grasmaaier uitschakelen
● Motorstopbeugel (1) loslaten. De
elektromotor en het maaimes
komen na een korte uitlooptijd tot
stilstand.
11.5 Grasopvangbox ledigen
Kans op letsel!
Vóór het wegnemen van de
grasopvangbox moet de
elektromotor om
12
veiligheidsredenen worden
uitgeschakeld.
● Grasopvangbox loshaken. (
● De grasopvangbox aan de
sluitlippen (1) openen. Bovenste
gedeelte van de grasopvangbox (2)
naar boven openklappen en houden.
Grasopvangbox naar achter
omklappen en maaigoed ledigen.
● Grasopvangbox sluiten.
● Grasopvangbox vasthaken. (
12. Onderhoud
13
12.1 Algemeen
Kans op letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ´Voor uw veiligheid´ in
acht. (
4.).
14
15
8.4)
8.4)
79