Nederlands
door het dragen van veiligheidshandschoe
nen verbeterd en de kans op letsel verder
verminderd.
–
Cirkelzaagbladen die gescheurd zijn, moe
ten vervangen worden. Reparatie is niet
toegestaan.
–
Cirkelzaagbladen in composietuitvoering
(gesoldeerde zaagtanden), waarvan de
zaagtandmaten kleiner zijn dan 1 mm, mo
gen niet meer worden gebruikt.
–
Gereedschap met zichtbare scheuren, met
stompe of beschadigde snijkanten mogen
niet gebruikt worden.
Montage en bevestiging
–
Gereedschappen moeten zo zijn opgespan
nen dat ze bij het gebruik niet loslaten.
–
Bij de montage van de gereedschappen
moet ervoor worden gezorgd dat het op
spannen op de gereedschapsnaaf of op het
spanvlak van het gereedschap plaatsvindt
en dat de snijvlakken niet met andere on
derdelen in aanraking komen.
–
Het verlengen van de sleutel of het aan
draaien met behulp van hamerslagen is
niet toegestaan.
–
De spanvlakken moeten worden gereinigd
van verontreinigingen, vet, olie en water.
–
Spanschroeven moeten volgens de aanwij
zingen van de fabrikant worden aange
draaid.
–
Voor de instelling van de boorgatdiameter
van cirkelzaagbladen in overeenstemming
met de asdiameter van de machine mogen
alleen vast ingebrachte ringen, bijv.: inge
perste ringen of ringen die op hun plaats
worden gehouden door een lijmverbinding,
worden gebruikt. Het gebruik van losse rin
gen is niet toegestaan.
Onderhoud en verzorging
–
Reparaties en slijpwerkzaamheden mogen
alleen door Festool-servicewerkplaatsen of
door experts worden uitgevoerd.
–
De constructie van het gereedschap mag
niet veranderd worden.
–
Gereedschap regelmatig ontharsen en rei
nigen (reinigingsmiddel met pH-waarde
tussen 4,5 en 8).
–
Stompe snijkanten kunnen bij het spaan
vlak tot een minimale snijdikte van 1 mm
worden nageslepen.
–
Transport van het gereedschap alleen in
een geschikte verpakking - verwondingsge
vaar!
100
2.5
Aluminiumbewerking
Bij de bewerking van aluminium dient
men zich uit veiligheidsoverwegingen te houden
aan de volgende maatregelen:
–
Voorschakelen van een differentiaal- (FI-,
PRCD-) veiligheidsschakelaar.
–
Elektrisch gereedschap op een geschikt af
zuigapparaat aansluiten.
–
Elektrisch gereedschap regelmatig reini
gen van stofafzettingen in de motorbehui
zing.
–
Een aluminium-zaagblad gebruiken.
Draag een veiligheidsbril!
2.6
Restrisico's
Ook wanneer u zich aan alle relevante bouw
voorschriften houdt, kunnen zich bij gebruik van
de machine nog gevaarlijke situaties voordoen,
bijv. als gevolg van:
–
Aanraking van draaiende delen van de zij
kant: zaagblad, spanflens, flensschroef,
–
aanraking van spanningvoerende delen bij
geopende behuizing en niet-uitgetrokken
stekker,
–
het wegvliegen van werkstukdelen,
–
het wegvliegen van werkstukdelen bij be
schadigd gereedschap,
–
geluidsemissie,
–
stofemissie.
2.7
Emissiewaarden
De volgens EN 62841 bepaalde waarden bedra
gen gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau
Geluidsvermogensniveau
Onzekerheid
VOORZICHTIG
Geluid dat bij het werk optreedt
Beschadiging van het gehoor
► Gehoorbescherming gebruiken.
De aangegeven geluidemissiewaarden
–
zijn aan de hand van een genormeerde
testprocedure gemeten en kunnen ter ver
gelijking van een elektrisch gereedschap
met een ander gereedschap worden ge
bruikt.
L
= 87 dB(A)
PA
L
= 102 dB(A)
WA
K = 3 dB