Indien het controlelampje na het uitvoeren van de boven-
staande procedures nog steeds niet begint te knipperen
in groen, mankeert er iets aan de schaar, de aansluitka-
bel, de bedieningseenheid of de accu. Schakel de bedie-
ningseenheid uit en koppel de aansluitkabel los van de
schaar en van de bedieningseenheid. Maak de bedie-
ningseenheid los van de accu. Stuur de schaar, de aan-
sluitkabel, de bedieningseenheid en de accu op naar uw
handelaar of naar een Makita Servicecentrum voor
inspectie en/of reparatie.
Vervangen van de schaarbladen
LET OP:
• Zorg altijd ervoor dat de bedieningseenheid is uitge-
schakeld en de aansluitkabel is losgekoppeld van de
schaar.
De schaarbladen kunnen worden vervangen ongeacht
de positie van het bovenste schaarblad.
Gebruik de bijgeleverde inbussleutel voor het verwijderen
van de twee zeskantbouten waarmee het schaarbladdek-
sel is vastgezet. (Fig. 14)
Verwijder het schaarbladdeksel. (Fig. 15)
Gebruik de bijgeleverde dopsleutel voor het verwijderen
van de zeskante borgmoer. De platte sluitring zal meeko-
men met de zeskante borgmoer. (Fig. 16)
Verwijder de bout met ronde kop, de schaarbladhouder
en het bovenste schaarblad. (Fig. 17)
Verwijder het bovenste schaarblad van de schaarblad-
houder. Pas op dat er geen vreemde voorwerpen blijven
hangen aan de magneet op de schaarbladhouder, en
beschadig de magneet niet. (Fig. 18)
Gebruik de bijgeleverde inbussleutel voor het verwijderen
van de twee zeskantbouten waarmee het onderste
schaarblad is vastgezet. Verwijder daarna het onderste
schaarblad. (Fig. 19)
Om de nieuwe schaarbladen aan te brengen, voert u de
procedures voor het verwijderen in de omgekeerde volg-
orde uit. Verwijder het vet rond de tandwielkast niet.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd ervoor dat de bedieningseenheid is uitge-
schakeld en de aansluitkabel is losgekoppeld van de
schaar.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Onderhoud van de schaarbladen
(Fig. 20 en 21)
OPMERKING:
• Inspecteer de schaarbladen zorgvuldig zowel voor als
na het gebruik.
Na elk gebruik moet u de schaarbladen met een harde
borstel schoonborstelen. Veeg de schaarbladen daarna
schoon met een doek en breng een laag machineolie
erop aan.
LET OP:
• Slecht onderhoud van de schaarbladen kan overmatige
schaarbladfrictie veroorzaken, zodat de gebruiksduur
per acculading korter wordt.
Aanscherpen van de schaarbladen
Bovenste schaarblad
Leg het platte vlak van de diamantvijl op de schaarblad-
rand. Duw de diamantvijl in de richting van het pijltje om
de hele bladrand aan te scherpen. Behoud tijdens het
aanscherpen constant hetzelfde vlakke contact tussen
de vijl en de hele schaarbladrand. (Fig. 22)
Druk het platte vlak van de diamantvijl lichtjes tegen de
keerzijde van het schaarblad. Beweeg de diamantvijl in
de richting van het pijltje om bramen te verwijderen.
(Fig. 23)
Onderste schaarblad
Leg het ronde vlak van de diamantvijl op de schaarblad-
rand. Duw de diamantvijl in de richting van het pijltje om
de hele bladrand aan te scherpen. (Fig. 24)
Druk het platte vlak van de diamantvijl lichtjes tegen de
keerzijde van het schaarblad. Beweeg de diamantvijl in
de richting van het pijltje om bramen te verwijderen.
(Fig. 25)
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita servicecentrum.
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken zijn aanbevolen voor
gebruik met uw Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijke verwondingen opleveren. De accessoires
of hulpstukken dienen alleen op de juiste en voorge-
schreven manier te worden gebruikt.
• Bovenste schaarblad
• Onderste schaarblad
• Accu 4600
• Acculader DC4600
• Bedieningseenheid C4600
• Aansluitkabel
• Diamantvijl
• Machineolie
• Dopsleutel 3 – 13 (met inbussleutel)
• Heupgordel
• Schouderband (bretels)
• Holster
• Armband
• Plastic draagkoffer
• Accudeksel
OPMERKING:
• Sommige van de onderdelen in deze lijst kunnen bijge-
leverd zijn als standaard-accessoires. Deze accessoi-
res kunnen per land verschillend zijn.
Alleen voor Europese landen
Geluidsniveau
De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld vol-
gens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Tijdens het werken kan het geluidsniveau 80 dB (A) over-
schrijden.
Draag oorbeschermers
ENG905-1
): 70 dB (A) of lager
pA
31