GCE MediVital Instrucciones De Uso página 43

Reguladores de presión integrados con válvulas de botella
Ocultar thumbs Ver también para MediVital:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 53
A – INLAATSTANG
Het combinatieventiel wordt vastgemaakt aan de gasfles door middel van een inlaatstang met
schroefdraad. De inlaatstang is voorzien van een conische of cilindrische schroefdraad en
verkrijgbaar in verschillende afmetingen naargelang de flesmaten en -materialen.
B – VULOPENING
Een vulopening wordt geleverd voor het vullen van de gasfles in een vulstation maar heeft geen
toepassing voor patiënten. Ze is voorzien van een terugslagbeveiliging (terugstroomventiel).
Het terugstroomventiel vereist het gebruik van een speciale vuladapter voor het ontluchten
van de fles tijdens het vullen (ontluchten en/of vacuüm maken van flessen).
C – INDICATOR VAN DE INLAATDRUK
De indicator van de inlaatdruk geeft de hoeveelheid gas in de gasfles aan. De drukindicator
is van een actief type, wat inhoudt dat de hoeveelheid gas in de gasfles wordt aangegeven
ongeacht of het afsluitventiel open of gesloten is.
D – AFSLUITVENTIEL
NL
Het combinatieventiel is voorzien van een afsluitventiel om de toevoer van gas uit de fles te
scheiden van de andere ventielfuncties. Het moet tijdens het vullen van de gasfles en tijdens
gebruik bij de patiënt geopend zijn. Het deel van het handwiel is een indicator die de status
open/gesloten van het afsluitventiel toont.
De indicator van de status open/gesloten van het afsluitventiel is louter indicatief. Het
afsluitventiel is mogelijk niet volledig uit wanneer de status gesloten wordt getoond.
De volledig gesloten status moet gecontroleerd worden door te verzekeren dat het
afsluitventiel naar de stand OFF (Uit, rechtsom) is gedraaid en de gastoevoer naar de
uitlaten gestopt is.
Het afsluitventiel mag niet gebruikt worden in de status 'gedeeltelijk ON (Aan)' omdat,
zelfs als gas wordt geleverd naar de uitlaten, de stroom beperkt kan zijn wegens een
onvoldoende geopend afsluitventiel.
E – RESTDRUKVENTIEL
Het combinatieventiel is voorzien van een restdrukventiel om een minimale overdruk in de
gasfles in stand te houden zodat verontreiniging van de inhoud van de fles met omgevingslucht
wordt vermeden. Tijdens het ontluchten van het gas in de fles via de vulopening wordt het
restdrukventiel overbrugd.
F, G – STROOMREGELAAR 'F' EN STROOMUITLAAT 'G' (OPTIONEEL)
Het combinatieventiel kan geleverd worden met een stroomregelaar 'F'. Die maakt een
directe, verstelbare gastoevoer naar de patiënt (l/min) mogelijk met atmosferische druk
over de stroomuitlaat 'G', bijvoorbeeld met behulp van een canule of een gezichtsmasker.
De stroomuitlaat 'G' is uitgerust met insteekslanghulpstuk (slangverbinding) of een
schroefdraadverbinding (voor accessoires die moeten worden aangesloten via schroefdraad).
Het bewegen van de stroomuitlaat 'G' is normaal, wegens de methode van vastzetten in de
hoofdbehuizing. Dit wijst niet op een defecte stroomuitlaat.
H – DRUKUITLAAT OF SNELKOPPELING (OPTIONEEL)
Het combinatieventiel kan met een drukuitlaat worden uitgerust. De drukuitlaat wordt
rechtstreeks voorzien van gas uit het lagedrukdeel van het combinatieventiel en beschikt over
een gasspecifieke medische aansluiting ('snelkoppeling'). Op deze snelkoppeling kan met
behulp van een gasspecifieke stekkeraansluiting een extra apparaat worden aangesloten (zij
bijlage nr. 2). Na het verwijderen van de stekkeradapter wordt de snelkoppeling automatisch
afgesloten. Deze uitlaat wordt gebruikt om gas te leveren aan medische hulpmiddelen met
een afzonderlijke stroomvoorziening (bijv. beademingsapparatuur) met een gecontroleerde
druk.
I – DRUKAFLAATVENTIEL VAN LAGEDRUKDEEL
Het drukaflaatventiel beschermt het lagedrukdeel van het combinatieventiel en aangesloten
medische hulpmiddelen tegen overdruk. Indien de gasdruk voldoende is gedaald na activering
van het drukaflaatventiel, wordt het automatisch gesloten.
43/104

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido