•
Zet de stroomregelaar in stand '0' en verzeker de juiste stand.
B. Ontluchten van combinatieventiel via gasdrukuitlaat:
•
Controleer of het afsluitventiel gesloten is.
•
Steek de snelkoppelingsadapter in de snelkoppeling van het combinatieventiel (zie bijlage
nr. 2 voor informatie over het aansluiten/loskoppelen van snelkoppelingen op uw product).
•
Wacht tot het combinatieventiel volledig ontlucht is.
•
Ontkoppel de snelkoppelingsadapter.
Het ontluchten via de snelkoppeling van het combinatieventiel mag uitsluitend worden
uitgevoerd met een geschikte snelkoppelingsadapter, om schade aan het ventiel te
voorkomen.
6.1.3.3 De vuladapter aanbrengen
•
Sluit de vuladapter aan met een max. aanhaalmoment van 3,5 Nm.
Om schade aan het combinatieventiel te voorkomen, moet de druk in het ventiel
NL
ontlucht worden volgens 6.1.3.2 voordat de vuladapter wordt aangebracht.
Een pneumatische of elektrische sleutel kan gebruikt worden met sommige types
vuladapters. Ze moeten echter uitgerust worden met een koppelbegrenzer om te
waarborgen dat het aanhaalmoment van 3,5 Nm niet overschreden wordt.
6.1.3.4 Ontluchten van restgas uit de fles
A. Ontluchten van fles via stroomregelaar:
•
Open langzaam het handwiel van het afsluitventiel (linksom) tot het volledig open is – na
ongeveer 1 omwenteling (zie aanwijzing in foto hoofdstuk 5).
•
Zet de stroomregelaar in maximale stand en verzeker dat hij juist geactiveerd wordt.
•
Wacht tot de fles volledig ontlucht is.
•
Sluit het afsluitventiel (rechtsom). Forceer het niet bij het sluiten (het maximale sluitmoment
bedraagt 5 Nm).
•
Zet de knop van de stroomregelaar in stand '0'.
B. Ontluchten van fles via gasdrukuitlaat:
•
Open langzaam het handwiel van het afsluitventiel (linksom) tot het volledig open is – na
ongeveer 1 omwenteling (zie aanwijzing in foto hoofdstuk 5).
•
Steek de snelkoppelingsadapter in de snelkoppeling van het combinatieventiel (zie bijlage
nr. 2 voor informatie over het aansluiten/loskoppelen van snelkoppelingen op uw product).
•
Wacht tot de fles volledig ontlucht is.
•
Sluit het afsluitventiel (rechtsom). Forceer het niet bij het sluiten (het maximale sluitmoment
bedraagt 5 Nm).
•
Ontkoppel de snelkoppelingsadapter.
Opmerking: het ontluchten van de fles volgens stappen A of B kan uitgevoerd worden
voordat de vuladapter wordt aangebracht. Het ontluchten van de fles volgens stappen
C en D vereist dat de vuladapter reeds is aangebracht op het combinatieventiel volgens
hoofdstuk 6.1.3.3.
C. Ontluchten van restgas uit fles via een vulopening
•
Verzeker dat alle leidingen van het vulspruitstuk juist zijn aangesloten op de vulopeningen
van het combinatieventiel
•
Verzeker dat het ontluchtings- en isolatieventiel van het spruitstuk gesloten zijn
•
Open langzaam het handwiel van het afsluitventiel (linksom) tot het volledig open is – na
ongeveer 1 omwenteling (zie aanwijzing in foto hoofdstuk 5)
•
Nadat de druk tussen flessen en vulspruitstuk zich heeft gevestigd, opent u het
ontluchtingsventiel van het spruitstuk
•
Wacht tot het restgas volledig is ontlucht uit alle flessen
•
Sluit het ontluchtingsventiel van het spruitstuk
D. Vacuüm maken van cilinder
Indien de fles vacuüm gemaakt moet worden om de vereiste zuiverheid van het gas te
46/104