Accessoires voor vulstations:
•
vuladapter.
Controleer vóór het aansluiten van een accessoire of medisch hulpmiddel op het
combinatieventiel of ze geschikt zijn voor het aansluiten op dat product en voor deze
prestatiegegevens.
REINIGING
8.
Verwijder stof met een zachte doek die in vetvrij zeepsop is gedrenkt en gespoeld met zuiver
water. Desinfectie kan plaatsvinden met behulp van een alcoholoplossing (afvegen met
vochtige doek).
Indien andere reinigingsoplossingen gebruikt worden, controleert u of ze niet schuren en
compatibel zijn met de materialen van het product (inclusief labels) en het gas (geschikte
reinigingsoplossing zoals Meliseptol)
NL
Reinig dit product niet met middelen die ammoniak bevatten!
Dompel dit product niet onder in water of een andere vloeistof!
Bescherm het product tegen hoge temperaturen, niet autoclaveren!
Niet sproeien om de reinigingsoplossing aan te brengen, aangezien de spray kan
binnendringen in de interne onderdelen van het combinatieventiel en verontreiniging
of schade kan veroorzaken.
Was niet met water onder hoge druk, aangezien dit het combinatieventiel kan
beschadigen of verontreinigen.
Indien de interne delen van het combinatieventiel verontreinigd zijn, mag u het ventiel
in geen geval verder gebruiken. Het moet onmiddellijk buiten bedrijf worden gesteld.
9.
SERVICE, LEVENSDUUR PRODUCT EN ONDERHOUD
9.1 LEVENSDUUR VAN HET PRODUCT
Serienummer en productiedatum
Het elfcijferige serienummer op het ventiel bestaat uit de volgende onderdelen:
RRRR/MM XXXXX
RRRR: productiejaar
MM: productiemaand
XXXXX : volgnummer product
Voorbeeld: serienummer 2013/03 00521 verwijst naar een ventiel dat in 2013 is geproduceerd,
in de maand maart, met volgnummer 521.
Levensduur product en behandeling afval
Het einde van de levensduur staat op de volgende manier aangegeven op het ventiel:
RRRR/MM
RRRR: jaar van einde levensduur
MM: maand van einde levensduur
De maximale levensduur van dit product is 15 jaar vanaf de productiedatum.
Na het verlopen van de levensduur mag het product niet meer worden gebruikt. De eigenaar
moet ervoor zorgen dat het product niet opnieuw wordt gebruikt en moet het behandelen
volgens de 'Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006
betreffende afvalstoffen'.
9.2 ONDERHOUD EN REPARATIE
Het onderhoud en de reparatie mogen enkel uitgevoerd worden door een door GCE
erkend persoon die tevens in het bezit is van alle vereiste certificaten volgens de nationale
50/104