Gebruik (vervolg)
Instellingentabel (vervolg)
Om het volgende
kenmerk te meten...
Alleen DM-830A en DML-430A
Voltage—AC + DC
feitelijke RMS (max. 1000 V)
Voltage—AC + DC
feitelijke RMS (max. 600 mV)
Stroomsterkte—AC + DC
feitelijke RMS (max. 10 A)
Stroomsterkte—AC + DC
feitelijke RMS (max. 600 mA)
Stroomsterkte—AC + DC
feitelijke RMS (max. 6000 µA)
†Automatische selectie
van AC voltage, DC voltage,
weerstand en continuïteit
(meting met lage impedantie)
Alleen DM-830A
dBm (0 dB = 1 mW in
referentie-impedantie)
* Frequentie van logisch niveau heeft een vaste gevoeligheid en is voor digitale signalen. Zie
"Nauwkeurigheid".
** Ontlaad de condensator vóór u de meting uitvoert. Zie "Typische metingen" betreffende
gepolariseerde condensatoren.
† Zie "De functies gebruiken" voor een gedetailleerde beschrijving van deze modus.
Opmerking 1: T1+ sluit aan op ΩV
Opmerking 2: T2+ sluit aan op mAµA en T2– sluit aan op A.
184
Selecteert u met de
Druk op SELECT tot deze
keuzeschakelaar
het volgende
symbool...
A
mA
µA
AutoCheck
dBm
en T1– sluit aan op COM.
pictogrammen op het
display verschijnen...
~V
V
mV
~mV
A
~A
mA
~mA
~µA
µA
LoZ en
(LoZ met
V,
V of Ω wanneer
de functievergrendeling
wordt gebruikt)
Referentie-impedantie
en dBm gedurende
1 seconde, vervolgens
Hz
(Druk op RANGE
dBm
om de referentie-
impedantie te wijzigen)
Sluit de
Sluit de
rode kabel
zwarte kabel
aan op...
aan op...
COM
ΩV
COM
ΩV
A
COM
mAµA
COM
mAµA
COM
COM
ΩV
COM
ΩV