nl
Onderhoud
Wanneer een alarmsignaal is gegeven, worden de betreffende meldingen, het
optische, het akoestische en tevens het trillingsalarm geactiveerd, zie
hoofdstuk 6.2 op pagina 89.
Druk de [▼]-toets in, om het display te verlichten.
Als het gasmeetinstrument wordt gebruikt voor offshore toepassingen, moet
aan afstand van 5 m tot het kompas worden aangehouden.
5
Onderhoud
Het instrument vergt geen speciaal onderhoud.
Om te vermijden dat ontvlambare of brandbare atmosferen kunnen ontsteken en
om de intrinsieke veiligheid van het instrument te waarborgen, moeten de volgende
onderhoudsinstructies zorgvuldig gelezen, begrepen en nageleefd worden.
!
WAARSCHUWING
Foutieve meting!
► Na elke opening van het apparaat moet een bumptest en/of een kalibratie
worden uitgevoerd. Dit behelst het verwisselen van elke batterij en van elke
sensor in het apparaat.
AANWIJZING
Mogelijke beschadiging van componenten!
In het gasmeetinstrument bevinden zich voor statische lading gevoelige
componenten.
► Alvorens het gasmeetinstrument te openen altijd eerst controleren, of
degene die het werk uitvoert goed geaard is, om schade aan het
instrument te voorkomen. Een aarding kan bijv. door een ESD-werkplek
worden bewerkstelligd (electro static discharge / elektrostatische
ontlading).
AANWIJZING
86