Nadat de krul met een dikte van < = 0,2 mm ononderbroken uit de frees komt, de
stuurknuppel naar rechts drukken en de machine terughalen.
Freesinrichting uitschakelen, wachten tot de schijven stilstaan. Freesinrichting uit de
basismachine nemen en in de opbergkast plaatsen.
Werkstukken bij elkaar brengen, druk verminderen door het openen van het drukventiel.
Testen of de lasoppervlakken vlak, parallel en centrifugaal lopen.
Is dit niet het geval, dan moet de freesbewerking worden herhaald. De axiale afwijking tussen
de uiteinden van de werkstukken mag (volgens DVS) niet groter dan 10 % van de wanddikte
en de max. spleet tussen de eindvlakken niet groter dan 0,5 mm zijn. Met een rein werktuig
(bijv. penseel) de eventueel aanwezige schaafkrullen uit de pijp verwijderen.
Let op! De gefreesde, voor de lasbewerking voorbereide oppervlakken mogen niet met de
handen worden aangeraakt en moeten volkomen vrij zijn van verontreinigingen!
3.2.3
Lasbewerking
Waarschuwing, knelgevaar! Bij het samenbrengen van de spanwerktuigen en
pijpen moet absoluut een veilige afstand tot de machine worden gehouden.
Nooit in de machine gaan staan!
Tijdens een nieuw samenbrengen van de werkstukuiteinden moet op de manometer van de
hydraulische eenheid de werkstukbewegingsdruk (sleepdruk) worden afgelezen.
Onder werkstukbewegingsdruk (sleepdruk) wordt de laagst mogelijke druk verstaan die
noodzakelijk is om het werkstuk, afhankelijk van lengte en gewicht, axiaal te bewegen. Deze
waarde moet uiterst precies worden bepaald. Hierbij is het noodzakelijk de machine meer-
maals te laten openen en sluiten en het drukafstelventiel zo in te stellen dat de machine net
niet blijft stilstaan. Deze vastgestelde sleepdruk moet bij de aanpas-, doorwarm- en aansluit-
ruk worden bijgerekend.
Het verwarmingselement tussen de beide werkstukken in de basismachine zetten en opletten
of de verwarmingsplaten in de vastzetkerven van de afstandhouder zitten.
De machine sluiten, de vereiste aanpasdruk plus sleepdruk instellen en aanhouden.
Zodra de vereiste lasverbindingshoogte gelijkmatig aan de volledige omtrek van de beide
pijpen is bereikt, de druk aflaten door het ontlastingsventiel langzaam te openen.
De druk zo instellen, dat gegarandeerd is dat de werkstukuiteinden nog gelijkmatig, vrijwel
drukloos tegen het verwarmingselement aanliggen (opwarmen).
Nu het ontlastingsventiel weer sluiten. Hierbij dient men erop te letten dat de uiteinden van
de werkstukken het contact met het verwarmingselement niet verliezen.
Na afloop van de opwarmtijd worden de werkstukken weer uit elkaar bewogen, het
verwarmingselement wordt verwijderd en de werkstukuiteinden worden samengebracht.
De druk moet nu zo lineair mogelijk tot de gepaste samenvoegdruk worden verhoogd en
gedurende de volledige afkoeltijd worden aangehouden.
Regelmatig de druk controleren en zo nodig bijpompen. Bij te groot drukverlies het
hydraulische systeem laten controleren.
Opgelet: Tijdens de eerste 20 tot 100 seconden de stuurknuppel ingeduwd houden
en daarna loslaten (in de middenstand).
Verwarmingselement terugplaatsen in de opbergkast.
Nadat de afkoeltijd is verlopen, de druk volledig wegnemen door het ontlastingsventiel te
openen, de aan elkaar gelaste werkstukken uitklinken en weg.
De basismachine openen en het protocol opstellen. De machine is gereed voor de volgende
lasbewerking.
De volledige lasparameters vindt men in de bijgevoegde lastabellen.
NEDERLANDS
75